21 september 2021
Christo’s idee om de Arc de Triomphe in te pakken ontstond 60 jaar geleden. Afgelopen zaterdag, een jaar na zijn dood, is die droom werkelijk geworden: het Parijse monument is tijdelijk gehuld in 25.000 vierkante meter zilverblauwe stof.
Het doet wat denken aan de beroemde ‘De toren van Babel’ van Pieter Breughel: de kolossale Arc de Triomphe in Parijs wordt omringd en beklommen door nietige mensfiguurtjes als mieren, terwijl met hijskranen van alles wordt op- en afgetakeld. Het zijn de laatste dagen voor de voltooiing van het inpakken van de negentiende-eeuwse triomfboog. Het blauwzilveren doek zit er al omheen, net als de rode touwen die de recyclebare glanzende stof op zijn plek houden. Zestien dagen zal de Arc de Triomphe ingepakt zijn met 25.000 vierkante meter stof en 3 kilometer touw.

De ingepakte Arc de Triomphe tijdens het openingsweekend, foto: Christo and Jeanne-Claude Foundation
Onweerstaanbare charmeur
Dit laatste project van Christo, althans het laatste waarbij hij zelf nog betrokken was (hij overleed vorig jaar mei op 84-jarige leeftijd) is het klapstuk in een lange reeks van diens megaprojecten over de hele wereld. En iedereen die Christo weleens zag in een van zijn zelfgeproduceerde documentaires, weet dat er met de man niet te spotten viel; een ‘force of nature’ tegen wie het slecht opboksen was, maar ook, als hij wilde, een onweerstaanbare charmeur. Die kwaliteiten waren onontbeerlijk voor zijn grote inpakprojecten, waarvan die van de Parijse Pont Neuf (1985) en tien jaar later de Berlijnse Rijksdag bij velen wellicht het meest in de herinnering liggen. Zijn voorlaatste inpakkunstwerk speelde zich in 2016 af op en rond het noord Italiaanse meer van Iseo, waar je als wandelaar over zijn ‘Floating Piers’ van de ene naar de andere oever kon lopen via het eiland Monte Isola. Met 70.000 vierkante meter goudglanzend textiel bekleedde hij de drijvende wandelpaden en pakte er, als terloops, ook nog een deel van het eilanddorp mee in.

‘The Floating Piers’ op het Iseomeer, 2016
Nieuwe poging
Eigenlijk zou de Arc de Triomphe vorig jaar maart worden ingepakt, maar nestelende slechtvalken gooiden ecologisch roet in het eten. Van een geplande nieuwe poging dat najaar kwam vervolgens niets door de coronapandemie en inmiddels was de maestro zelf overleden. Maar diens precieze instructies waren er wel en konden nauwgezet worden overgenomen en uitgevoerd.
Het idee dateert van 1961, toen Christo en zijn Franse vrouw Jeanne-Claude Marie de Guillebon (met wie hij zijn projecten realiseerde) dat jaar een appartement hadden betrokken met uitzicht op de boog. Vijf jaar daarvoor was Christo (paspoortnaam Christo Vladimirow Javacheff) via Praag en Wenen uit zijn communistische geboorteland Bulgarije gevlucht. In zo’n maatschappij worden intellectuelen en kunstenaars naar het platteland gestuurd om te leren wat ‘echt werken’ is. Christo moest als jonge kunststudent boeren laten zien hoe je, om indruk te maken op buitenlandse bezoekers, landbouwmachines mooi kon uitstallen en inpakken. Je zou kunnen zeggen dat hij dat zijn hele leven is blijven doen.

Christo en Jeanne-Claude in 2005
Communistisch verleden
Wanneer je in Nederland op zoek gaat naar een kunstwerk van Christo, kom je uit in het Kröller-Müller Museum in Otterlo, hoewel het niet zijn typische inpakwerk is. In 1977 doneerde het verzamelaarsechtpaar Martin en Mia Visser, goede vrienden van Christo, diens ‘56 Barrels’, een stapeling van olievaten in de kleuren rood en blauw, op een betonnen sokkel. Christo kwam indertijd zelf naar Otterlo om een mooie plek in het park uit te zoeken. Vijftien jaar daarvoor had hij in Parijs ook al eens zo’n sculptuur van metalen vaten gemaakt en noemde dat ‘Iron Curtain’, een duidelijke verwijzing naar zijn communistische verleden.
Misschien dat het afzetten tegen dat verleden ook wel de basis is voor het ‘kapitalistische’ verdienmodel waarmee Christo zijn kunstwerken mogelijk maakt. Vanaf het bedenken van het kunstwerk – dat kan een ingepakte kuststrook zijn (‘Wrapped Coast’, 1969), een velum opgehangen tussen twee heuvels (‘Valley Curtain’, 1972) of een veertig kilometer lang gordijn over heuvels in Californië (‘Running Fence’,1976) – maakte Christo maquettes, fotocollages, tekeningen, films en boeken over de totstandkoming ervan. Ze dienden allemaal om de kunstprojecten via verkoop in eigen beheer te kunnen financieren, nooit kwam er overheidsgeld aan te pas. Dat het Christo na zestig jaar eindelijk lukte de Arc de Triomphe te mogen inpakken, zal hij dan ook als een persoonlijke triomf hebben beschouwd.

‘Wrapped Coast, One Million Square Feet’ bij Little Bay, Sydney, Australië, 1968–69
De ingepakte Arc de Triomphe is t/m 3 oktober te zien aan de Champs-Elysées in Parijs.
Hoofdbeeld: De ingepakte Arc de Triomphe tijdens het openingsweekend, foto: Christo and Jeanne-Claude Foundation