In Zweden is Anders Zorn een beroemd en geliefd schilder, in de rest van Europa is hij veel minder bekend. Kunstmuseum Den Haag brengt een eerbetoon aan zijn werk, waaruit kunsthistoricus Adrienne Quarles van Ufford de vijf fraaiste schilderijen selecteert.
Toen Anders Zorn (1860-1920) geboren werd, had niemand kunnen vermoeden dat hij zou uitgroeien tot een superster. Hij was de zoon van een alleenstaande arme Zweedse seizoenarbeidster. Later werd Zorn rijk door het schilderen van portretten, al zette hij zijn talent het liefst in voor idyllische weergaven van het Zweedse platteland.
Zelfportret in rood
Zoals Anders Zorn hier losjes staat in zijn opvallende rode pak, is hij één brok zelfvertrouwen. Met zijn karakteristieke kop, onderzoekende blik en met in zijn hand een sigaretje, lijkt hij alle licht in de kamer naar zich toe te trekken. De Zweedse schilder was 55 jaar oud toen hij dit grote zelfportret in 1915 maakte, een gearriveerd kunstenaar. Zijn talent was bekend van Stockholm, Parijs en Londen, tot in de Verenigde Staten. Je kunt aan dit zelfportret meteen zien waarom. Zijn beeltenis is veel meer dan zomaar een geschilderde figuur, hij ís er echt. Je krijgt het idee dat hij je zo een glaasje aquavit zou kunnen inschenken.

Anders Zorn, ‘Zelfportret in rood’, 1915, Zornmuseet, Mora
Ons dagelijks brood
In zijn jonge jaren schilderde Zorn altijd met (dekkende) waterverf. Ook ‘Ons dagelijks brood’ is een razend knap geschilderde gouache. Hij maakte hem in opdracht van het Nationalmuseum in Stockholm, dat had gevraagd om een ‘patriottisch onderwerp’. Net als in veel Europese landen was er in die tijd in Zweden de behoefte om de nationale identiteit te vatten in beelden van het ongerepte plattelandsleven. Zorn schilderde het werk in zijn geliefde geboortestreek Dalarna. Hij ensceneerde de voorstelling als een toneeldecor. Alle afgebeelde figuren waren mensen uit zijn familie- en vriendenkring, van de tobberige oude vrouw met haar kookketel op de voorgrond tot het meisje dat aan komt lopen met een schort vol aanmaakhoutjes en de boeren op de achtergrond.

Anders Zorn, ‘Ons dagelijks brood’, 1886-1909, Nationalmuseum, Stockholm
Emma Zorn in het atelier in Parijs
Dit is Emma Lamm, de vrouw van Anders Zorn. Ze kwam in zijn leven in 1881 toen hij haar neefje kwam portretteren. Ze verloofden zich stiekem, pas een paar jaar later konden ze trouwen. Ze woonden in onder meer Parijs, Londen en Zweden en reisden graag en veel. Hier staat Emma in het atelier in Parijs, bladerend in een portefeuille met tekeningen of prenten. Achter haar is de achterzijde van een enorm schildersdoek te zien. Emma fungeerde ook als Zorns manager en droeg veel bij aan zijn succes. Zorn schilderde haar met olieverf, de waterverf liet hij vanaf 1887 steeds vaker links liggen. Zij vond dat in het begin maar niks: “Ik heb liever dat hij aquarellen schildert, dan hoef ik niet die verschrikkelijke kwasten te wassen”.

Anders Zorn, ‘Emma Zorn in het atelier in Parijs’, 1894, Zornmuseet, Mora
Middernacht
Wie weleens in Scandinavië is geweest, weet misschien hoe in de zomer rond middernacht de zon onder kan gaan in een langgerekte gloed van hypnotiserende kleuren om daarna plaats te maken voor het grauwe licht van de nacht. Als geen ander wist Zorn dat fenomeen vast te leggen. Ook buiten Zweden werd de kwaliteit van dit schilderij herkend. Zorn verkocht het aan een Parijse verzamelaar, een operazanger, bij wie het thuis in gezelschap van kunstwerken van schilders als Manet, Monet en Renoir aan de muur kwam te hangen. Later zou Emma Zorn het van hem terugkopen en weer naar Zweden laten komen.

Anders Zorn, ‘Middernacht’, 1891, Zornmuseet, Mora
Dans in huis in Gopsmor
Zelden zag ik een kunstenaar die zo dynamisch kan schilderen. Alles is in beweging: stampende voeten, rondfladderende haarlinten en opzwiepende rokken. Je wordt nieuwsgierig naar de opzwepende dansmuziek die er te horen moet zijn geweest. Zorn organiseerde dit soort dansfeestjes voor de lokale bevolking bij hem thuis.

Anders Zorn, ‘Dans in huis in Gopsmor’, 1914, Zornmuseet, Mora
‘Anders Zorn’, t/m 31 januari in Kunstmuseum Den Haag, MK geldig, www.kunstmuseum.nl