Van fietsbroeken in het Vondelpark tot hotpants in de Warmoesstraat. ‘Maison Amsterdam’ in de Nieuwe Kerk gidst u langs plekken waar de mode en vrijzinnigheid van onze hoofdstad smaakvol samenkomen.
Wanneer u denkt aan een trendwatcher, is De Dam vast niet het eerste dat bij u opkomt. Toch is deze plek wel degelijk getuige geweest van vele ontwikkelingen in de Amsterdamse mode. Denk maar eens aan hippiekleding, hoge hakken of de hoepelrok: kledingstukken van voorbijgangers die het straatbeeld in hartje Amsterdam telkens hebben doen veranderen. Het is dan ook niet vreemd dat juist de Nieuwe Kerk, die pal op de Dam staat, voor ‘Maison Amsterdam’ is omgetoverd tot modehuis waar meer dan 150 creaties zijn te zien, van historische kostuums tot haute couture van hedendaagse ontwerpers. Via deze stukken etaleert de tentoonstelling 250 jaar modegeschiedenis in Amsterdam, de stad waar alles mag en kan. Deze vrijheid wordt ijzersterk uitgedrukt in én met behulp van kleding, waarbij thema’s als diversiteit, inclusie en bewegingsvrijheid geheel passend worden aangekaart.

Ed van der Elsken, ‘Damrak in 1983’, Collectie Nederlands Fotomuseum, © Ed van der Elsken
Onbegrensd
Een bezoek aan deze grote modetentoonstelling blijkt een bezoek aan Amsterdam in het klein. Je wandelt onder andere langs de Zeedijk, club Roxy of het Havengebied: een ingenieuze indeling waarin de mode context krijgt en verschillende kledingstukken verhalen vertellen over vrijheid in de breedste zin van het woord. Denk bijvoorbeeld aan een negentiende-eeuwse wijde fietsbroek, die tijdens het fietsen lijkt op een rok. Het moet voor dames een welkome uitvinding zijn geweest toen het Vondelpark in 1893 werd opengesteld voor fietsers, maar het voor vrouwen eigenlijk nog verboden was om een broek te dragen. Even verderop wordt een tot hotpants geknipte jeans, in de jaren ’60 gekocht in de eerste spijkerbroekenwinkel aan de Warmoesstraat, getoond naast eigentijdse denimoutfits van Schepers Bosman en Florian Regtien, Amsterdamse ontwerpers die laten zien dat spijkerstof een band heeft met de hoofdstad en in onze mode niet meer weg te denken is. Op deze manier loop je steeds langs plaatsen waar op een interessante wijze zichtbaar wordt hoe kleding van vroeger de weg heeft geopend naar de onbegrensde mode van nu.

Foto: Sam Tobiana
Regenboogvlag
Hedendaagse vrijheid wordt ook gevierd op een catwalk vol glitter en glamour, waar goudkleurige mannequins klassieke én gedurfde creaties dragen van toonaangevende ontwerpers als Fong Leng en Jan Taminiau. Karim Adduchi laat een prachtige jurk zien waarin stoffen uit het Christendom, de Islam en het Jodendom zijn verenigd: een teken van solidariteit en verbondenheid.
Toch wordt middels andere kledingstukken ook goed duidelijk gemaakt dat vrijheid niet altijd vanzelfsprekend is. De nationale feestrok, door vrouwen gemaakt als symbool voor de bevrijding na de Tweede Wereldoorlog, getuigt hiervan. Maar bovenal wordt deze boodschap geuit via de Amsterdam Rainbow Dress, die indrukwekkend afsteekt tegen een enorm glas-in-loodraam van de Nieuwe Kerk. Als protest tegen anti-lhbtiq+-rechten toont deze eyecatcher landsvlaggen van landen waar homoseksualiteit illegaal is, maar deze worden vervangen voor de regenboogvlag zodra dat niet meer het geval is. En zo komen de thema’s vrijheid en onvrijheid, vieren en herdenken in één jurk perfect samen.

Model Tanja Trijbels in mantel met hoed van couturier Max Heymans op het Leidsplein, Amsterdam 1961, © Hans Dukkers / Maria Austria Instituut
‘Maison Amsterdam’, t/m 3 april in de Nieuwe Kerk, Amsterdam, MK geldig, catalogus € 27,95 (uitgeverij WBooks), www.nieuwekerk.nl