21 december 2022

Het Groninger Museum toont in het Starck-paviljoen handgemaakt sierporselein van de Porzellan Manufaktur Nymphenburg in dialoog met uiteenlopende collectiestukken. Heeft dit eeuwenoude bedrijf zich weten aan te passen aan de tijdgeest?

links: Karl Pelgrom, ‘Vogelkop’ 1958, collectie Groninger Museum; rechts: Willy Zügel, ‘Papegaai op een sokkel met bloemslinger’, 1911, bruikleen Porzellan Manufaktur Nymphenburg, foto: Arjan Verschoor

Een kittige Amerikaanse highschool bandleader in topje met laarzen aan. Lekker losjes geboetseerd met kleurige kinderklei – zo lijkt het, maar dit is toch echt edelporselein. De Amerikaanse kunstenaar Rachel Feinstein liet in 2021 een levensecht beeld verkleinen tot deze versie van 36,5 centimeter. Daarvoor vervaardigde de Beierse producent Nymphenburg een mal waaruit ze een beperkte editie met twaalf exemplaren maakten. Het prijskaartje, volgens de fabriekswebsite: € 17.844,96 per stuk. Ruim twee keer meer kost een witte, halfnaakte, gekruisigde engel in wie we fotomodel Kate Moss herkennen. Nick Knight, de fotograaf, werkte mee aan de detailleerde uitvoering.
Deze nauwgezette maakwijze bepaalt de gepeperde maar terechte verkoopprijs, waarover het museum zwijgt. Tenslotte is dit geen commerciële Nymphenburg-verkooptentoonstelling. Wat verzamelwaarde en kwaliteit betreft sluiten ook de actuele beeldjes aan op de achttiende-eeuwse rococo-hoftraditie van het bedrijf. Met lomp geproduceerde kitsch-keramiek uit de huishoudwinkel hebben de gladde, roomwitte poppetjes in galante poses niets van doen.

Franz Anton Bustelli, ‘Chinese figuren’, ca. 1760, bruikleen Porzellan Manufaktur Nymphenburg, foto: Arjan Verschoor

Genoegen en status
In 1708 ontwikkelde een Duitse alchemist hard porselein dat de geheime, eeuwenoude Chinese techniek evenaarde. De allereerste Duitse manufactuur, Meissen, ging dit hooggwaardig serviesgoed produceren, gevolgd door Nymphenburg. Als twintigjarige stichtte keurvorst Maximiliaan III Jozef van Beieren (1727-77) in kasteel Nymphenburg voor zijn genoegen en status een porseleinmanufactuur voor serviezen en galanteriëen. Nog altijd werken hier meesterdecorateurs en -modelleurs die de klei – bestaand uit kaolien, veldspaat en kwarts – verwerken, nadat deze twee tot drie jaar in de kelder tot rust is gekomen na een proces van mengen en uitwalsen.
Een groepje historische Chinese poppen (1760), in Groningen geëxposeerd op een antieke Chinese reiskist uit museumbezit, verwijst naar de traditie. De Duitse modelleur Franz Anton Bustelli ontwierp de elegante figuurtjes gekleed in mooi vallende gewaden. Ze ogen stereotiep, zoals dat eeuwenlang gebeurde. In dezelfde sfeer maakte beeldhouwer Josef Wackerle rond 1920 twee quasi-zeventiende-eeuwse Hollandse pijprokers en een ‘Indianerin’: een slanke, lichtgetinte, halfnaakte madonna-achtige Indianenvrouw met gouden kroon op. Met zulke gratuite exotica kom je tegenwoordig niet meer weg.

Theodor Kärner, ‘Appelvink en klauwier’, 1912; Ted Muehling, ‘Ei-vaas’, 2021, vaas en kandelaar ‘Branch’, 2002-2021; Wilhelm Neuhäuser, muis ‘Karl’, 1910, bruikleen Porzellan Manufaktur Nymphenburg, foto: Arjan Verschoor

Flinterdun
Maar inhoudelijke discussies gaan de expositieontwerpers niet aan. Heel aanstekelijk etaleren ze uitdagende stijlcombinaties in het Starck-paviljoen, met de gebogen vitrinewand als luxe eindejaarsetalage. Ooit geliefde olieverfportretten van trouwe viervoeters door de Groningse dierschilder Otto Eerelman, normaal in depot, hangen boven Nymphenburgs parmantige hondenbeeldjes (ca. 1910).
Een streng geometrisch, wit schilderij van Ad Dekkers (1973) dient als achtergrond bij een flinterdun deconstructief servies van keramist Ruth Gurvich (2009). Op een lange eettafel staat een ensemble met Dominikus Auliczeks weelderig geboetseerde Neptunus-tafelpronkstukken (1770) tussen koraal en maritieme objecten die edelsmid Ted Muehling aan het begin van deze eeuw maakte. Harlekijneske mannequinpoppen ondersteunen Viktor & Rolfs interpretatie (2008) van Bustelli’s porseleinen figuur van Columbine. Voor de verandering lieten de modemakers dit typische karakter uit de commedia dell’arte in glimmend zwart biscuitporselein uitvoeren. Zij bewijzen zo hoe ook hedendaagse vormgevers verknocht zijn aan het galante vakmanschap van Nymphenburg.

Ruth Gurvich, servies ‘Light Scape’ servies, 2009, bruikleen Porzellan Manufaktur Nymphenburg en particuliere collectie; Ad Dekkers, ‘Vier begrensde vierkanten in vierkant’, 1973, collectie Groninger Museum, foto: Arjan Verschoor