2 november 2021
Zaterdag 6 november opent Depot Boijmans Van Beuningen zijn deuren, het eerste publiek toegankelijke kunstdepot ter wereld. Een nieuw icoon voor Rotterdam, met zes verdiepingen kunst, een ‘dakbos’ en een ontnuchterende kijk op de collectie.
Iedereen die weleens een boekenkast heeft ingericht, weet: je moet een systeem hebben. Alfabetisch, thematisch of desnoods op kleur, maar zonder duidelijke ordening wordt het een zooitje. Hetzelfde geldt voor de collectieopstelling van musea. Lange tijd was chronologie leidend, of een indeling op basis van genre. Ook het combineren van werken die door middel van associatieve verbanden een ‘dialoog’ met elkaar aangaan, kom je regelmatig tegen.
Wat je zelden – zeg gerust nooit – ziet, is een indeling op temperatuur. Alleen al daarom (en om genoeg andere redenen) is het gloednieuwe Depot Boijmans Van Beuningen in Rotterdam zo bijzonder. Alle 151.000 objecten uit de collectie zijn hier niet gerangschikt op hun artistieke kwaliteiten, maar op de ideale omstandigheden en op formaat. Verf bij verf, papier bij papier, grote spullen bij grote spullen. Elke afdeling zijn eigen klimaat.
Het Boijmansdepot, dat deze week zijn deuren opent, is het enige kunstdepot ter wereld dat volledig toegankelijk is voor publiek. Het spectaculaire gebouw, ontworpen door Winy Maas van architectenbureau MVRDV, is het nieuwe thuis van de wereldberoemde museumcollectie. Normaal gesproken is daarvan nog geen tien procent op zaal te zien, een topje van de ijsberg. Vanbinnen is het nieuwe stadsicoon minstens zo indrukwekkend als de spiegelende bloempot die het vanbuiten lijkt: een Piranesi-achtig doolhof van zigzaggende trappen en hangende vitrines, waarin je uitgelichte kunstwerken van alle kanten kunt bekijken.
Mudjevol
“Let wel, dit is geen museum”, benadrukte Sandra Kisters, hoofd collectie en onderzoek van Museum Boijmans Van Beuningen, vorig jaar in Museumtijdschrift, in een artikel over de bouw van het depot. “Als een kunstwerk van Bruce Nauman nu is opgeslagen in drie houten kisten, dan blijft dat zo.” Dat kan wezen, maar een klassiek depot is het ook allerminst. Met het trappenhuis dat fungeert als ‘permanent theater’ en de ramen die een glimp tonen van de rijen en rijen uitschuifbare rekken, mudjevol gehangen met kostbare schilderijen. Om nog te zwijgen van het restaurant (de komende weken volgeboekt) of het berkenbos op het dak.
Nu, bij de opening, verklaart Kisters trots: “De ontwikkeling om museumcollecties steeds meer te ontsluiten, is al jaren aan de gang, maar wij gaan er wereldwijd het verst in. We tillen het idee van een open depot naar een nieuw niveau.” Dat zijn geen loze woorden; nieuwsgierige vertegenwoordigers van het Londense Victoria and Albert Museum zijn al meerdere keren komen kijken, Centre Pompidou in Parijs heeft vergelijkbare plannen, maar ook musea uit Qatar en andere Aziatische landen hebben interesse getoond. Een opsteker voor Boijmans, dat al jaren dicht is voor renovatie en dat nog jaren blijft.
Votiefbeelden in plastic
Een bezoek aan de opslagruimte kun je het best brengen onder begeleiding van een van de speciaal daartoe opgeleide gidsen. Die vertellen niet alleen over de kunst, maar vooral over de wereld daaromheen: het transport, het onderhoud, de restauratie. Een kijkje in de keuken, waar middeleeuwse votiefbeelden in bubbeltjesplastic gehuld staan, naast een hedendaags werk als John Körmelings ‘Vierkante auto’, met een briefje erop: ‘Hier niets plaatsen!’. En hé, is daar niet een Rembrandt verstopt?
Het werkt op een prettige manier ontnuchterend om kunst te zien als wat het is: spul, dat ook gewoon moet worden opgeslagen. Sandra Kisters: “Het is een demystificatie, maar we voegen ook juist een nieuwe betekenislaag toe, door de kunst niet aan de muur of op een voetstuk te presenteren. Dichter bij het werk kun je niet komen.”
Depot Boijmans van Beuningen, Museumpark, Rotterdam, geopend van dinsdag t/m zondag, MK geldig, let op: reserveren noodzakelijk, via www.boijmans.nl/tickets