‘Graaschoreografieën’, het woord alleen al spreekt tot de verbeelding. Kunstenaarsduo PolakVanBekkum legde graaspatronen van koeien vast in poëtische tekeningen. Het resultaat is een boek en een tentoonstelling in Museum Westerwolde, waarin aquarellen en verhalen over het maakproces een verbinding aangaan.
In de zomer van 2019 trekken de kunstenaars Esther Polak en Ivar van Bekkum achtereenvolgens naar de glooiende hellingen van een alp in Zwitserland en naar een weiland op het Groningse platteland. Ze leggen de graaspatronen van koeien vast geïnspireerd door gps-techniek, maar wel in de kunsthistorische traditie: en plein air en uit de losse pols met aquarelpotlood en tekenpapier, terwijl ze windvlagen en vliegen trotseren. Op de grote witte tekenvellen op de expositie in museum Het Mow in Bellingwolde is geen koe te bekennen, maar wel de sporen die zij hebben nagelaten in de wei. Deze zijn minutieus gevolgd alsof de tekenaar is uitgerust met een robotarm.
Ooggetuigenverslag
Het Amsterdamse kunstenaarsduo PolakVanBekkum maakt al sinds jaar en dag werk over landschap en beweging met een focus op de ruimtebeleving die dat oplevert. Ze maken films, foto’s, net- en videokunst, zandtekeningen of robots. Zo legden zij eerder met behulp van gps-technologie onder veel meer de bewegingspatronen vast van drie heliumballonnen in de Schotse Hooglanden, probeerden ze op Terschelling de stilte te vangen in een podcast en filmden ze de bewegingen van mensen en dieren in de stad. Esther Polak vertelt hoe ze het dit keer aanpakten: “We moesten hard werken om alle koeienbewegingen bij te houden. De een tekende en de ander besloot wanneer het klaar was, want het is moeilijk om tijdens het tekenen zelf de esthetiek in de gaten te houden.” Ze ziet het nog voor zich: “De koeien komen op het tekenvel het beeld in lopen. Het ideale aantal koeien dat we volgden was vijf tot zeven, anders werd het lastig bijhouden voor ons. Soms is het graasspoor op de tekening onderbroken, omdat de koeien dan achter een natuurlijke ha-ha (greppel, red) uit het zicht verdwenen. De stippen zijn liggende, herkauwende koeien.”
Ivar van Bekkum in het Zwitserse Engadin
Plantenspuit
Ook over het weergeven van het richtingsverloop van het grazen hebben ze nagedacht: “Daarvoor hebben we een plantenspuit gebruikt waarmee we tijdens het tekenen het aquarelspoor besproeiden. Hoe meer sproeibeurten over de lijn zijn gegaan, hoe meer die erodeert. De beginlijnen laten geen pigmentvlekken van het water meer achter. Het uitgespoelde deel is daarmee herkenbaar als startpunt en aan de overzijde, waar meer kleurvlekken zijn, zie je dat de koeien van het papier zijn gelopen.”
“Een weiland lijkt een tabula rasa, een leeg schilderdoek waar je alles nog op kunt doen. Hoe verkent zo’n groepje koeien die ruimte? Hoe gaan ze daarmee om? Je ziet ze grazen, je ziet ze ergens staan, maar hoe organiseren ze zich ten opzichte van elkaar? Hoe maken ze zich de ruimte eigen? Je ontdekt dingen als je een paar uur gaat zitten kijken en tekenen.” Daarom is bij elke tekening in het boek een ooggetuigenverslag van de bewegingen in de wei gemaakt.
Fanatiek
Voor dit project is het duo met kunstenaarsmaterialen aan de slag gegaan, wat ze zelden doen. “We werkten voornamelijk digitaal met consumentenelektronica en kwamen voor gereedschap meer in de Mediamarkt dan in de kunstenaarswinkel.” De kunstenaars hebben zich sinds de opkomst van de gps-technologie in 2002 ondergedompeld in gps-denken en later in dronetechnologie. “Technologie om sporen vast te leggen heeft ons altijd gefascineerd. We hadden de graaspatronen niet zo getekend als we die twintigjarige gps-ervaring niet hadden gehad.”
Polak lacht op de vraag of ze fanatiek is: “Ik ben wel monomaan als ik werk, ja. Ik heb één focus en moet dat dan ook echt doen. Ik sta er niet onverschillig in. Werken in het veld is steeds een onderhandeling tussen ‘stick to the plan’ of openstaan voor wat er gebeurt. Bij dit project had mijn partner Ivar de rol om ons aan het plan te houden. Hij zegt altijd: ‘Een plan maken en het dan maar gewoon uitvoeren’. De werkelijkheid kom je vanzelf wel tegen, maar als je je de hele tijd laat afleiden en overal spontaan op reageert, dan weet je niet hoe je plan zou uitpakken. Het mes waarmee je snijdt moet wel hard zijn.”
Esther Polak in het Zwitserse Engadin
‘Graaschoreografieën’, t/m 29 augustus in Het MOW | Museum Westerwolde, Bellingwolde, MK geldig, www.hetmow.nl. Publicatie: ‘Graaschoreografieën / Grazing Choreographies’, uitgeverij Müller, 55 blz., met uitvouwbare tekeningen, € 39,95.