4 augustus 2020

Voor wie nog huiverig is om in coronatijd een museum te bezoeken, bieden Ahoy en Museum Boijmans Van Beuningen dé oplossing. In het drive-thru museum rijd je in een elektrische auto langs vijftig kunstwerken.

De woorden ‘net de Efteling’ liggen op ieders lippen. Het heeft dan ook veel weg van een pretpark: de uitgelaten stemming, de anticipatie van het in de rij staan (op gepaste afstand uiteraard), een wagentje betreden, gordel om en dan tergend langzaam de achtbaan op rijden, pardon, het museum betreden. Want dat is waar we zijn: in het drive-thru museum, een project van Museum Boijmans Van Beuningen in evenementenhal Ahoy. Drie weken lang neemt het Rotterdamse museum, al ruim een jaar ‘in lockdown’ vanwege een grootschalige verbouwing, bezit van Hal 1, anderhalf voetbalveld groot.

Foto: Ernst Moritz

Slakkengang
Met vijftig kunstwerken uit eigen collectie vult Boijmans de hal, waar bezoekers in elektrische leenauto’s doorheen kunnen rijden. Volledig coronaproof. “Het was natuurlijk een idioot plan”, geeft museumdirecteur Sjarel Ex toe. “Maar dit was nu of nooit, al was het alleen maar omdat Ahoy normaal gesproken nooit drie weken leegstaat. In plaats van het North Sea Jazz Festival, grote beurzen of het Eurovisie Songfestival, laten we zien wat kunst op zo’n schaal kan doen.”
De coronacrisis vormde niet alleen de directe aanleiding voor het experiment, ook inhoudelijk sluit de tentoonstelling aan bij de strijd tussen de mens en de krachten van de natuur. Voor de bezoeker is dat niet direct duidelijk. De onwennige ervaring in een auto door een ‘museumzaal’ te rijden overheerst, al gaat het met een slakkengang – zodra je boven de limiet van vijf kilometer per uur uit komt, word je met een geluidssignaal op de vingers getikt. Het parcours begint in een zwarte ‘slurf’, je raakt gedesoriënteerd door de bochten en de duisternis, en voor je het weet sta je oog in oog met ‘De mandril’ (1926) van Oskar Kokoschka.

Foto: Ernst Moritz

Spectaculair
De eerste tien minuten ben je vooral bezig geen andere auto’s te raken, omdat er geen vaste route is. Maar al snel blijkt iedereen zich netjes aan de verkeersregels te houden, men kachelt stapvoets achter elkaar aan en houdt af en toe halt voor een van de reusachtige werken. Want schaal doet ertoe in zo’n omgeving. De videowerken, zoals Jeroen Eisinga’s ‘Springtime’ (2010-11) en Bruce Naumans ‘Thighing (Blue)’ (1967), worden op bioscoopformaat geprojecteerd, schilderijen zijn er van vergelijkbare afmetingen en sculpturen van Claes Oldenburg en Paul McCarthy zijn spectaculair uitgelicht. Piece de resistance is Bas Princens ‘Model for a Tower’ (2020), een gigantische uitvergroting van Brueghels ‘Toren van Babel’ op doeken die aan een cirkelvormige stalen constructie hangen, waar je onderdoor rijdt.
Door hun omvang en de belichting verzuipen de werken geenszins in de ruimte. Toch mis je iets; je wilt schilderijen ook van dichtbij kunnen zien, om sculpturen heen kunnen lopen, niet je achteruitkijkspiegel hoeven checken. Als je na zo’n drie kwartier het daglicht tegemoet rijdt, is het Droomvlucht-gevoel van het begin flink gezakt. Dit is gewoon een goed gemaakte tentoonstelling, alleen dan vanachter je voorruit bezien. Om met de woorden van conservator Annemartine van Kesteren te spreken: “Dit ontstijgt de Efteling, het is echt een unieke kunstervaring.” Dat mag zo zijn, maar de nadruk ligt toch meer op de ervaring dan op de kunst. Een ‘once-in-a-lifetime-experience’, zo’n drive-thru museum. En dat is misschien maar goed ook.

Foto: Aad Hoogendoorn

Boijmans Ahoy drive-thru museum, t/m 23 augustus in Ahoy, Rotterdam, € 14,50 (MK niet geldig), reserveren verplicht via www.boijmans.nl

Hoofdbeeld: Foto Aad Hoogendoorn