Nam June Paik is een oudgediende van het Stedelijk Museum Amsterdam: al in 1977 bracht het een retrospectief van de Koreaanse videopionier. ‘The Future is Now’ is opnieuw een overzicht en richt zich op samenwerkingen met iconen als John Cage.

Een baan bruinrode verf op een meterslange smalle strook papier in een van de eerste zalen van de tentoonstelling in Stedelijk Museum Amsterdam zet je idee over het werk van Nam June Paik meteen op zijn kop. Is dit lowtech kunstwerk echt van de kunstenaar die bekendstaat om zijn uitgebreide multi-media-installaties? Paik maakte ‘Zen for Head’ in 1962 door zijn hoofd in de verf te dopen en achteruit kruipend over de vloer die streep te trekken. In 1963, een jaar later dus, doet hij dat nog eens over, maar dan op een televisiescherm door de kathodestraalbuis te bewerken. Je ziet niets dan een witte oplichtende verticale streep. Deze ‘Zen for TV’ is Paiks antwoord op de caleidoscopische vermaaksbuis die de televisie toen al was: een samenballing van het beeld tot stilte en leegte.

Nam June Paik, ‘TV Garden’, 1974-77, reconstructie 2002. Collectie Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen, Düsseldorf. Foto: Peter Tijhuis

Stropdas en shampoo
Die twee ‘Zen’-werken vormen de sleutelperiode in Paiks ontwikkeling van musicus, via de performancekunst, naar de hightech mediakunstenaar die via satellietverbindingen de hele wereld aan elkaar knoopte. Een ontwikkeling die allesbehalve vanzelfsprekend was. De in Korea geboren Paik (1932-2006) studeerde in de jaren vijftig compositie en piano in Tokio. Zijn afstudeerscriptie over de componist Arnold Schönberg leidde hem, na zijn verhuizing naar München in 1956, tot een studie over het werk van John Cage en diens gebruik van toeval in de muziek. In Duitsland begon Paik, onder invloed van de performance-achtige muziekuitvoeringen door Cage en Karlheinz Stockhausen, elementen buiten de traditionele muziek in zijn werk te introduceren, zoals cassetterecorders, radiouitzendingen van de WDR en het publiek zelf. Legendarisch is de Keulse performance ‘Etude for Pianoforte’ in 1960, waar Paik, na het spelen van Chopin, de stropdas van de verraste John Cage afknipt en shampoo over diens hoofd uitknijpt. Cage was ‘not amused’ maar het komt goed tussen de twee, en Cage weet Paik te interesseren voor boeddhisme en de zenfilosofie. Muziek, stilte, het menselijk lichaam en communicatietechnologie zouden de rode draad vormen van zijn verdere werk.

Nam June Paik, ‘TV-Buddha’, 1974, collectie en foto: Stedelijk Museum Amsterdam

Selfie-obsessie
Het is verbazingwekkend met welke nauwkeurigheid Paik in 1967 de digitale snelweg voorspelde: hij noemde het een Breedband Communicatienetwerk. Een zaal van de tentoonstelling is dan ook gewijd aan zijn satellietprojecten uit de jaren zeventig en tachtig, waarin hij kunst en mainstream televisie met elkaar verbond. Maar ook Paik zal niet hebben vermoed wat het internet zou gaan betekenen voor het menselijk gedrag. Zo werd zijn beroemde ‘TV-Buddha’ uit 1974, een Boeddhabeeld dat naar zichzelf op een televisiescherm kijkt, altijd gezien als een zenmeditatie. Tegenwoordig associeer je het vooral met de obsessie voor selfies.
Met al die nadruk op veelal ouderwetse technologie krijgt deze overzichtstentoonstelling onvermijdelijk iets nostalgisch, zelfs wat gedateerds. Dat geldt niet voor zijn concerten met de klassiek geschoolde celliste Charlotte Moorman. Ze liet zich in muzikale performances vanaf de jaren zestig in water onderdompelen, ze bespeelde Paiks lijf als een cello, gaf halfnaakt concerten en liet zich in 1969 twee miniatuurtelevisies voor haar borsten binden terwijl ze haar instrument bespeelde in ‘TV Bra for Living Sculpture’. In de video-opnames van die performances voel je nog steeds de spanning van het moment en spettert het van speelsheid en erotiek.

Charlotte Moorman met ‘TV Cello’ en ‘Eyeglasses’, 1971, Collectie Peter Wenzel

‘The Future is Now’, t/m 23 augustus in Stedelijk Museum Amsterdam, MK geldig, www.stedelijk.nl., reserveren verplicht

Hoofdbeeld: zaaloverzicht ‘The Future is Now’ in Stedelijk Museum Amsterdam, foto: Peter Tijhuis