15 maart 2021

Van afkalvende ijsschotsen tot eilanden die er over een paar decennia niet meer zullen zijn; fotograaf Kadir van Lohuizen geeft in ‘After Us the Deluge’ de stijgende zeespiegel een gezicht.

Dat er nog altijd volksstammen zijn die beweren dat de klimaatcrisis een verzinsel is, wordt met de pagina schrijnender als je door ‘After Us the Deluge’ bladert. In dit fotoboek heeft Kadir van Lohuizen (1963) de gevolgen van het stijgende zeeniveau voor leefgemeenschappen over de hele wereld in beeld gebracht. Eerder was het werk te zien in The New York Times en in 2019 als tentoonstelling in Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.
In zijn inleiding slaat Van Lohuizen de toon van een onheilsprofeet aan. Waar hij ook kwam, van Groenland tot zijn geboorteplaats Gouda, stuitte hij op verontrustende verhalen. Voorafgaand aan ieder hoofdstuk, ieder deel van Van Lohuizens wereldreis, komt een expert aan het woord, van speciaal gezant van de Verenigde Naties tot de president van de eilandengroep Kiribati in Oceanië. Stuk voor stuk trekken ze aan de bel. In het kort komt het hierop neer: als we niet snel drastisch van koers veranderen, gaan we er allemaal aan. 

Kadir van Lohuizen, foto: Stanley Greene

Geëvacueerd
In een rijke stad als New York zingt de bevolking het nog wel een tijdje uit, maar arme gebieden als de rivierdelta in Bangladesh of de Fiji-eilanden dreigen binnen decennia van de kaart te verdwijnen. Zelfs een stad als Miami Beach, in Florida, zal over veertig jaar geëvacueerd moeten worden. Je kunt er wel dijken bouwen, maar doordat de stad is gebouwd op poreuze kalksteen, zal het zeewater daar gewoon onderdoor trekken. Alsof er niets aan de hand is, worden er desondanks volop woontorens uit de grond gestampt.
In ons eigen Nederland wanen we ons veilig achter de dijken – de succesvolle strijd tegen het water bepaalt immers onze nationale identiteit. Maar hoe terecht is dat? Ook hier is het gevaar van natte voeten reëel.

IJsberg in Disco Bay, Groenland, 2018, © Kadir van Lohuizen / NOOR

Veerkracht
Het dubbele van het lezen van ‘After Us the Deluge’ is dat al dit leed wél mooie plaatjes oplevert. Van Lohuizen zet luchtfoto’s (gemaakt met camera’s aan vliegers), dramatische wolkenluchten en weloverwogen composities in om zijn punt duidelijk te maken. Als je de alarmerende boodschap even vergeet, heb je een prachtig koffietafelboek in handen.
Maar die boodschap, die is niet te negeren. Met alle grafieken, kaarten en tabellen ligt die er zelfs nogal dik bovenop. Na het zoveelste doemscenario is de omvang van de dreigende rampen nauwelijks te bevatten. Maar dankzij de foto’s wordt vooral het menselijk leed achter alle statistieken zichtbaar, en dat beklijft. Naast het documenteren van een planeet in verval, vertelt Van Lohuizen bovendien een verhaal van menselijke hoop en veerkracht, van mensen die tegen de klippen op hun voortbestaan proberen veilig te stellen.
Dat kun je moralistisch noemen. Je kunt het ook bewonderenswaardig vinden dat Van Lohuizen zijn camera inzet voor een van de meest urgente kwesties van onze tijd. Misschien geen gek idee om het boek naar ‘klimaatontkennende’ wereldleiders op te sturen, het is niet voor niets Engelstalig. Misschien dat het ze de ogen opent, voor het definitief te laat is.

Voormalig dorp in Bangladesh, 2011, © Kadir van Lohuizen / NOOR

Kadir van Lohuizen, ‘After Us the Deluge, The Human Consequences of Rising Sea Levels’, 286 blz., Uitgeverij Lannoo, € 45,00

Hoofdbeeld: Strand in Temwaiku, Zuid-Tarawa, Kiribati, © Kadir van Lohuizen / NOOR