29 september 2021

Wat is democratie? Een coalitie van verstandelijk gehandicapten, kunstenaars en ontwerpers vertaalt het staatkundige begrip in heel persoonlijke termen. Met een bijzonder vrolijke tentoonstelling in Museum van de Geest als resultaat.

Het begrip ‘participatiemaatschappij’ werd in de troonrede van 2013 geïntroduceerd als een eufemisme dat de sloop van de klassieke verzorgingsstaat door het kabinet Rutte II moest verhullen. Iedereen gaat meedoen, was de boodschap. Voor het gemak werd even vergeten dat grote groepen in de complexe wereld van nu niet mee kúnnen doen. Tegenover deze opportunistische lippendienst aan de doe-democratie staat het echte werk dat al jaren wordt verzet door een groep geëngageerde kunstenaars en designers. Recent organiseerde kunstenaar Jan Hoek het Outsiderwear Festival, waarin makers met een beperking samenwerkten met gerenommeerde ontwerpers. En modeontwerper Duran Lantink werkte een jaar lang iedere maandag met leden van LeBelle, een theaterwerkplaats voor mensen met een verstandelijke beperking. Dat resulteerde in de tentoonstelling ‘Democracy’, onlangs geopend in het Museum van de Geest in Amsterdam.
Wat Lantink opviel aan zijn nieuwe partners was hun interesse, bijna obsessie met supersterren. Als tentoonstellingsmaker wilde hij hen zelf op een podium hijsen en nam daarbij The Factory van Andy Warhol als voorbeeld, de studio die Warhol tussen 1962 en 1984 bestierde in New York. Op deze plek beleefden aspirant-acteurs, junkies, daklozen, activisten en andere marginale misfits hun ‘fifteen minutes of fame’ als coauteurs van films, schilderijen, zeefdrukken en tijdschriften.

‘Hoarder’ van Victor Crepsley, Jacob Scholtz en Joran ter Horst

Verzamelwoede
‘Democracy’ opent dan ook met een ode aan The Factory, waarvan het interieur geheel bedekt was met aluminiumfolie en zilververf. Kunstenaar Victor Crepsley verpakte samen met Jacob Scholtz en Joran ter Horst van LeBelle paraplu’s, autobanden, keukentrapjes, stoelen en heel veel meer in zilverpapier en rangschikte al die objecten in een overvolle installatie. De compositie resoneert sterk met het horror vacui-karakter van veel outsiderkunst, waarbij geen stukje papier ongebruikt blijft. Maar het is ook een verwijzing naar Warhols verzamelwoede, die pas bleek toen na zijn overlijden zijn appartement werd leeggehaald.
Rondom dit centerpiece staan en hangen werken in zeer uiteenlopende media. Te zien zijn onder meer een serie tekeningen van bloedrode Amerikaanse vlaggen door Fran Stuijf, nieuwe modecreaties van Duran Lantink, een indrukwekkende verzameling groteske maskers en een Basquiat-achtig portret uitgevoerd in Diamond Painting door Giovanni Felter, het LeBelle-lid dat alleen wilde werken met die kristallen steentjes en verder niets. De outsiderkunstenaars zijn zelf ook nadrukkelijk aanwezig in de tentoonstelling. De laatste wand is gevuld met videoschermen waarop zij, gekleed in Lantinks übercoole outfits, een dansje doen, een liedje zingen of gewoon lopen te dollen met de camera.

Maskers van Bertjan Pot, Johan Vanderschelden en Shalva Nikvashvili

Vrijer en blijer
Het Outsider Art Museum, met locaties in Amsterdam en Haarlem, heet tegenwoordig Museum van de Geest. Die nieuwe naam moet het instituut wegtrekken uit de psychiatrie-niche en meer richting de maatschappelijke mainstream brengen, terwijl ook ter discussie wordt gesteld wat nou eigenlijk ‘normaal’ is. ‘Democracy’, met z’n symbiotische samenwerking tussen outsiders en erkende insiders, past naadloos in die strategie. Nergens worden de inmiddels afgekloven begrippen ‘diversiteit’ en ‘inclusie’ gebruikt. Het gaat hier om het veel bredere ‘democratie’. En dat is veel vrijer en blijer dan de politiek correcte scherpslijperij die de museale sector op dit moment gijzelt en in benauwde bochten dwingt uit angst om op iemands tenen te gaan staan.
Als tentoonstellingsmaker wil Duran Lantink juist niet beperken. Ook het idee van de klassieke ‘white cube’ waar je als bezoeker keurig met de handen op de rug doorheen wandelt, moet er bij hem aan geloven. Bij de start van de tentoonstelling staat een bak stiften en wordt iedereen uitgenodigd een bijdrage te leveren – op de wand, de vloer, desnoods de kunstwerken. Je kunt je afvragen of dat de kunst en de tentoonstelling mooier of beter maakt. Maar Lantink is de kritiek voor met een citaat van Grayson Perry op de muur: ‘Democracy has bad taste’.

Zaaloverzicht met een jasontwerp van Duran Lantink en Bea Otte

Democracy’, t/m 6 juni 2022 in Museum van de Geest, Amsterdam., MK geldig, www.museumvandegeest.nl

Hoofdbeeld: Stippengang ontworpen door Rudy de Gruyl. De opblaaspop is een vergrote versie van een werk van Maurits Sterkenburg, te zien in Museum van de Geest, locatie Haarlem.