26 augustus 2020
Veertig surrealisme-topstukken uit Museum Boijmans zijn op wereldreis, met als eerste halte het Cobra Museum. Een hoogstaande potpourri van onder meer Magritte, Dalí en Leonora Carrington toont hun gemene deler: vluchten uit de werkelijkheid.
Hoog bezoek in Amstelveen. René Magritte’s wereldberoemde ‘La réproduction interdite’ is tot eind september te zien in het Cobra Museum. Het is een van de veertig surrealistische kunstwerken die voor de tentoonstelling ‘This is Surrealism!’ in bruikleen zijn verkregen van Museum Boijmans Van Beuningen. De wegens verbouwing recente sluiting van het Rotterdamse museum maakte het mogelijk om de topstukken uit de omvangrijke collectie surrealistische kunst naar Amstelveen te halen.
Veel van deze werken werden door Boijmans verworven van de Britse verzamelaar Edward James, in de jaren dertig en veertig de voornaamste mecenas van de surrealisten. Hij stond model voor de man die op ‘La réproduction interdite’ voor de spiegel staat en zichzelf op de rug kijkt. Hij was het ook die Salvador Dalí in 1938 de opdracht verstrekte een sofa te maken gemodelleerd naar de voluptueuze lippen van filmster Mae West.

Zaaloverzicht Cobra Museum, foto: Peter Tijhuis
Fascinerende collages
Die sofa is ook in Amstelveen te zien, omringd door belangrijke werken van Dalí en Magritte. Maar ook Man Ray, Yves Tanguy, Paul Delvaux en Leonora Carrington zijn vertegenwoordigd. Schilderijen worden afgewisseld met driedimensionale objecten, tekeningen, sculpturen, foto’s en een intrigerende film. In ‘Entr’Acte’ van René Clair uit 1924 zien we keurig geklede heren met groteske ‘silly walk’-achtige passen achter een lijkwagen aanhollen. Al met al vormt deze potpourri van veertig werken een fraaie en prikkelende spoedcursus surrealisme voor beginners en gevorderden.
Hoewel de werken uit Rotterdam de hoofdschotel vormen, is er ook een smakelijk voorgerecht in de vorm van een selectie van Cobrakunst (goeddeels uit eigen collectie). Hier zien we hoe de Cobra-kunstenaars zich in de jaren ’50 nadrukkelijk lieten inspireren door dada en surrealisme. De stromingen hebben gemeen dat ze de ratio wilden uitschakelen (of anders op z’n minst terugdringen) en dat kunstenaars zo veel mogelijk vanuit hun instinct probeerden te werken. Bij de surrealisten leidde dat tot allerhande pogingen het onderbewustzijn aan te boren. Bij Cobra uitte het zich veeleer in een sterke fascinatie voor kindertekeningen en ‘primitieve’ kunst. Bij Cobra denken we vooral aan ruw geborstelde kleurexplosies. Maar op de begane grond van het Cobra Museum wordt soms ook uit een heel ander vaatje getapt. De vreemde en fascinerende collages van Eugène Brands en Jan Elburg tonen hoezeer deze kunstenaars zich in hun vroege jaren door de surrealisten lieten inspireren.

Eileen Agar, ‘Seated Figure’, 1956
Ongrijpbaar
Na deze (overwegend Nederlandse) inleiding treffen we een verdieping hoger de Boijmans-werken die alleszins ‘coronaproof’ zijn uitgestald. Hier verbreedt het speelveld zich en komen de grote internationale namen aan bod. Wat hier opvalt is hoe diffuus en ongrijpbaar het begrip surrealisme eigenlijk is. Dalí’s werken zijn geschilderd in een techniek die tegen de fijnschilderkunst aanschurkt en de visuele spelletjes die hij speelt komen nadrukkelijk voort uit een vooropgezet plan. Die beeldtaal is volslagen anders dan bijvoorbeeld de amorfe schilderijen van Max Ernst. Goed beschouwd is de enige gemene deler dat al deze kunstenaars zich aan de alledaagse werkelijkheid onttrekken.
Deze tentoonstelling biedt een mooie mix van bekende en onbekende werken. Het Nederlandse contingent smaakt echter naar meer. Wordt het niet eens tijd voor een overzicht van dada, surrealisme en (vroege) Cobra in Nederland? En dan graag met inbegrip van Joop Moesman en Willem van Leusden, twee kunstenaars die in Amstelveen ontbreken.

Zaaloverzicht Cobra Museum, foto: Peter Tijhuis
‘This is Surrealism!’, t/m 27 september in Cobra Museum, Amstelveen, MK geldig, www.cobra-museum.nl