20 juli 2020

Museum Het Valkhof vroeg ontwerper Ineke Hans en schilder Erik Mattijssen voor de vrolijke duo-expositie ‘Geel als citroen, rood als tomaat’. Beiden koesteren eenzelfde soort bewondering voor folklore en alledaagse poëzie.

“Binnen lig ik in mijn bed met gedachten aan daarbuiten, waar kabouters vrolijk fluiten, want die hebben altijd pret”, zong Boudewijn de Groot ooit op een tekst van Lennaert Nijgh. Precies die sprookjesachtige sfeer maakt de duo-expositie van Ineke Hans (1966) en Erik Mattijssen (1957) in Nijmegen zo leuk voor jong en oud. Mattijssen schildert dwergen, lodderige reuzen en schuimtamboers op groot formaat, en hij hangt uitgeknipte figuren aan draadjes. In een nageschilderde Spaanse worstenkeuken zweeft een liggende man onder het plafond. Discreet schoof Hans haar zwarte basistafel van omgesmolten landbouwplastic het keukentafereel van Mattijssen in. Op tafel prijken rudimentaire, dofzwart porseleinen kandelaars, schalen en een koffiepot. De vormen construeerde ze uit afvoerpijpjes. Waarom een nieuw concept bedenken als pasklare vormen of materialen klaarliggen voor hergebruik?

Zaaloverzicht ‘Geel als citroen, rood als tomaat’, foto: Flip Franssen

Knoflookpers en conserven
Mattijssen eert meesters van de dagelijkse of nachtelijke werkelijkheid zoals Zurbarán, Hockney, Balthus en Tytgat. De Franse schrijver Marcel Proust met zijn romancyclus ‘Op zoek naar de verloren tijd’ vormt een literaire inspiratiebron. Als ware Proustiaan cultiveert Mattijssen jeugdherinneringen en reconstrueert hij sfeersensaties van vroeger. Hij schildert met gouache (een betere kwaliteit plakkaatverf) nauwkeurig een ouderwets Frans winkelinterieur na. Schappen vol tweedimensionale conservenblikjes, kruidenpotjes, koffiepakken. Daar verstopte Hans dan weer haar notenkraker, knoflookpers, bestek en slaschalen tussen. Als ontwerper vergelijkt zij zich met een koekoek: ze legt graag haar ei in een bestaand vogelnestje. Toch respecteert zij anonieme gebruiksproducten. Keukenstoelen, kannen, kruiken, krukken en klompen geeft zij met eenvoudige decoraties een actuele toets.
Nieuw maar ook vertrouwd is het kekke, tomatenrode armstoeltje voor het Weens Stadsmuseum dat Hans maakte in de negentiende-eeuwse houtbuigtechniek van Thonet, een legendarische Duits-Oostenrijkse meubelproducent. Maar wat is nu toch die zwarte metaalconstructie? Een over-geproportioneerde verwarmingsradiator? Een uit de hand gelopen fietsenrek? Nee, het blijkt een functioneel-decoratieve balustrade voor een appartementencomplex te zijn.

Zaaloverzicht ‘Geel als citroen, rood als tomaat’, foto: Chris Reinewald

Verloren tijd
Soms sluiten schilderij en design meteen vriendschap. Hans stapelde voorraadmanden, door vrouwen in Malawi geweven, op elkaar. Mattijssen pareerde de manden met de spontane stillevens van plastic huishoudspulletjes die hij straathandelaren in Calcutta iedere dag weer zag opbouwen. Dat was ooit. Op dit moment reizen we niet meer zo ver. We blijven de zomer in Nederland. Zo staan we voor een gedisciplineerde slaapzaal van een vakantie-instituut, half jaren zestig, raak getroffen door Mattijssen. De zon werpt een lichtvlak op het bovenste stapelbed. Bijna ruik je het linoleum, bijna hoor je een bed metalig kraken als iemand zich omdraait.
Prozaïsch en a-chronologisch plaatste Hans er een vierkante kantoor kapstok en een rond Habitat bijzettafeltje bij. Elders sieren haar kleine designbloemen een prachtig geschilderde jongenskamer met een vliegtuigmodel aan het plafond. Avondzon duwt tegen de vitrage. Wie wil nu al slapen? Het geblokte sprei en de geruite overgordijnen komen regelrecht uit die verloren tijd, waar we maar naar blijven zoeken. Net zo lang tot de tijd óns uit het oog verliest.

Zaaloverzicht ‘Geel als citroen, rood als tomaat’, foto: Flip Franssen

Geel als citroen, rood als tomaat’, t/m 31 januari in Museum Het Valkhof, Nijmegen, MK geldig, www.museumhetvalkhof.nl, vooraf reserveren verplicht

Hoofdbeeld: Zaaloverzicht ‘Geel als citroen, rood als tomaat’, foto: Flip Franssen