Het is bijna zover: na een grootscheepse verbouwing gaat Paleis Het Loo dit jaar weer open. Tijdens de verhuizing van de collectie naar een nieuw depot stuitte beheerder Donny Tijssen op opmerkelijke objecten. 

Museumdepots zijn vaak een verborgen wereld vol objecten, onttrokken aan de ogen van het publiek. Zo lag ook een groot deel van de collectie van Paleis Het Loo jarenlang opgeslagen in tientallen depotruimtes, waaronder het stallencomplex en de zolders en achterkamers van het paleis. Sinds 2018 zijn de deuren van Paleis Het Loo gesloten voor publiek vanwege een grootschalige verbouwing van het museum. In de tussentijd wordt de collectie verhuisd naar het splinternieuwe externe depot CollectieCentrum Nederland (CC NL) in Amersfoort, dat medio 2021 officieel zijn deuren zal openen.
CC NL gaat onderdak bieden aan een paar honderdduizend objecten uit de rijkscollecties van Paleis het Loo, het Rijksmuseum Amsterdam, het Nederlands Openluchtmuseum en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Met een vloeroppervlak van ruim 30.000 m² – zo’n vijf à zes voetbalvelden – is CC NL het grootste collectiecentrum van Nederland, twee keer zo groot als het wel voor publiek toegankelijke depot van Museum Boijmans van Beuningen dat in het najaar van 2021 opengaat. Ik sprak Donny Tijssen, depotcoördinator van Paleis Het Loo, over recente verrassende vondsten uit het depot, het nieuwe depotgebouw en het vernieuwde en verbouwde paleis.

Digitale afbeelding van de onderzoeksruimte van CC NL in Amersfoort, ontwerp: Cepezed

IJsbeerkop
De grootschalige verhuizing van de ruim honderdduizend objecten van de collectie, bestaande uit vele deelcollecties meubelen, textiel, boeken, gebruiksvoorwerpen en schilderijen, gaat nog enige maanden duren. De verplaatsing vereiste een uitgebreide inventarisatie. Tijssen: “Ieder object moest afzonderlijk worden gefotografeerd, opgemeten en voorzien van een conditiebeschrijving en een barcode. Ruimte voor ruimte, object voor object hebben we alles nagelopen.”
Tijdens deze inventarisatie werden veel verrassende vondsten gedaan. Toen de achterkant van een oude verhuiskar werd opengemaakt, troffen Tijssen en zijn collega’s bijvoorbeeld de kop van een ijsbeer aan. “Een ijsbeerkop is behoorlijk groot, dus dat was wel even schrikken.” Ook vertelt Tijssen over een merkwaardig zware koffer, waarin een volledig metalen frame bleek te zitten. “Het is een koffer van leer waarin een opvouwbaar veldbed verwerkt zit. Dit bleek het veldbed van Koning Willem II te zijn. Die zou tijdens de Slag bij Waterloo gebruikt kunnen zijn.” Een ander bijzonder object dat Tijssen noemt is een rolstoel gemaakt van een vliegtuigstoel en bekleed met schapenvacht. Hiermee werden gasten die slecht ter been waren door het paleis gereden. Ook noemt Tijssen enkele gebruiksvoorwerpen die het dagelijks leven in het paleis tonen, waaronder een afwaskwast en een grasmaaier uit de negentiende eeuw. “Ik vond het wel heel opmerkelijk dat er zoveel van die oude gereedschappen bewaard zijn gebleven.”

Veldbed met koffer, 1825-1849, collectie Paleis Het Loo

Upstairs downstairs
Op de vraag welke objecten uit het depot weinig worden tentoongesteld, antwoordt Tijssen: “Kwetsbaarheid is natuurlijk het belangrijkste aspect. Denk aan de bontjas van koningin Juliana. Bovendien heeft Paleis Het Loo, zoals veel andere musea, een dusdanig grote collectie dat het merendeel niet gepresenteerd kan worden omdat de fysieke ruimte daarvoor ontbreekt.”
Daarnaast, zo vertelt Tijssen, zijn er in de jaren tachtig enkele ruimtes – waaronder een negentiende-eeuwse balzaal – gewijzigd, toen het paleis tot een museum werd omgebouwd. De objecten die daardoor niet meer in hun oorspronkelijke omgeving kunnen worden getoond, worden vaak voor langere tijd in het depot opgeslagen.
Ook interieurobjecten van het personeel dat ‘beneden’ in het paleis woonde, worden nauwelijks tentoongesteld. Wel richt het museum na de verbouwing enkele ruimtes in als dienstvertrek. “Dat maakt het nut van depots inzichtelijk: je bewaart objecten om ze te kunnen laten zien aan het publiek. En als het dan een compleet interieur van een kamer is… Dat vind ik vrij spectaculair.” 

Bontjas van Juliana, collectie Paleis Het Loo

Prins Bernhard
In het vernieuwde paleis komt meer ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen, waardoor het museum vaker kan rouleren tussen verschillende objecten. Natuurlijk maken vele topstukken opnieuw hun opwachting, waaronder het door Thérèse Schwartze geschilderde familieportret van Wilhelmina, Hendrik en Juliana.
Wel wordt aan een nieuwe opstelling gewerkt door herinrichting van de paleisvertrekken en een vernieuwde bezoekersroute door het paleis. Zo vertelt Tijssen over de objecten uit het depot behorend tot de prins Bernhard zitkamer: “Er komt in het paleis een stijlkamer, de prins Bernard zitkamer. De naam zegt het al: dat is de kamer zoals prins Bernhard die op Paleis Het Loo had. En dat is nog nooit eerder voor publiek zichtbaar geweest.” Op basis van oude foto’s wordt de kamer één-op-één gereconstrueerd. 

Thérèse Schwartze, ‘Koningin Wilhelmina, prins Hendrik en prinses Juliana in zeventiende-eeuwse kostuums’, 1915, Paleis Het Loo, langdurig bruikleen van Koninklijke Verzamelingen, Den Haag

Vanaf 3 april 2021 zijn de tuinen en stallen weer geopend voor bezoekers. Het paleis zelf volgt later dit jaar. Hier kunt u de bouw volgen: https://www.paleishetloo.nl/vernieuwing/tijdlijn/. 

Hoofdbeeld: Paleis Het Loo en de Paleistuinen voor de verbouwing, foto: David Stanley