24 november 2020
Geen kunstenaar in Nederland laat zich op zo’n volstrekt eigen en consequente manier door de natuur inspireren als Sjoerd Buisman. In Kunstvereniging Diepenheim ligt het accent op zijn meest recente, plastische werk.
Sjoerd Buisman (1948) behoort inmiddels tot de ‘éminence grise’ van de Nederlandse beeldhouwkunst. In het verleden werkte hij vaak met gemanipuleerde groeivormen en hield hij zich bezig met land art-achtige projecten. Gaandeweg resulteerde zijn fascinatie voor natuurlijke groei steeds vaker in autonome beelden, waarbinnen enkele richtingen of – in de woorden van tentoonstellingsmaker Cees de Boer – families zijn te onderscheiden. Drie daarvan vormen de hoofdmoot van deze intieme expositie in Kunstvereniging Diepenheim.

Zaaloverzicht met ‘Viscum divi-divi’, 2014
Fragiele bouwsels
Allereerst zijn daar de werken waarin hij experimenteert met de maretak: een halfparasiet die zich graag nestelt op het hout van populieren en fruitbomen. Door de grillige vertakkingen van deze Viscum album te verlengen met verticale, ronde houten staafjes die allemaal dezelfde kant op wijzen, ontstaat een vervreemdend effect dat doet denken aan de dividivi. Letterlijk een ‘waaiboom’ waarvan de takken onder invloed van de heersende passaatwinden allemaal in dezelfde richting gebogen worden. Buismans dividivi’s zijn fragiele ‘bouwsels’ die daarom onder een plexiglazen kap op een hoge sokkel staan. Ze zijn in allerlei kleuren blauw en groen gespoten waardoor je denkt aan gepatineerd brons. In werkelijkheid gaat het om vederlichte, houten constructies die door de beeldende ingreep van de kunstenaar zijn voorzien van een architectonische kwaliteit en een dwingende dynamiek, zeker wanneer hij ze spiegelt of ondersteboven zet.
De soberder en meer geabstraheerde beelden die ernaast staan en hangen, behoren tot de familie van de ‘Fractalen’. In de wiskunde is de fractaal een figuur die wordt opgebouwd volgens een formule die zichzelf herhaalt, waardoor er onderdelen van de figuur ontstaan die gelijkvormig zijn aan de basisvorm. Dat dit principe Buisman fascineert hoeft niet te verbazen, gezien zijn ouder beeldend onderzoek naar het fenomeen fyllotaxis: de wetmatige winding waarmee de bladvorming zich rond de stam van een boom of plant draait. Waar die oudere beelden nog wortelden in een natuurlijke wetmatigheid, behoren de ‘Fractalen’ tot de wereld van de geest. De ‘vertakkingen’ in deze beelden zijn dan ook onnatuurlijk rond en abstract, maar in essentie gaat het om hetzelfde oerprincipe: groei.

Zaaloverzicht met werk uit de serie ‘Fractalen’
Venkel en egelantier
De beelden uit de ‘Ourobouros’-familie gaan terug op een bijzondere spiraalvorm: de slang die in zijn eigen staart bijt. Van oudsher is dit een symbool voor de eeuwigheid, de kringloop der dingen. Aanvankelijk vertaalde Buisman dit idee naar wandbeelden in de vorm van hoekige, gesloten spiralen, gemaakt van de takken en stengels van aralia, silphium, venkel en egelantier. Ze worden in brons gegoten en vervolgens zwart gepatineerd, waardoor deze wandreliëfs een sterk grafisch karakter krijgen. De vlijmscherpe dorens van de egelantier verwijzen binnen deze groep onontkoombaar naar het lijden van Christus, wat voor een extra lading zorgt.
Een nieuwe ontwikkeling binnen deze ‘familie’ is dat de spiraalvorm steeds complexer en volumineuzer wordt door een groter aantal windingen (binnen het nog steeds gesloten circuit). Het beeld komt daardoor los van de muur en evolueert tot een vrijstaande sculptuur. In de heldere ruimtes van de Kunstvereniging ervaar je eens te meer dat de kern van Buismans kunstenaarschap wordt gevoed en gevormd door het mysterie van de natuur.

Zaaloverzicht met in het midden een vergulde egelantierspiraal uit de serie ‘Ourobouros’
‘Sjoerd Buisman. Contrapunt’, t/m 21 maart in Kunstvereniging Diepenheim, MK geldig, www.kunstvereniging.nl
Hoofdbeeld: Zaaloverzicht met werk uit de serie ‘Ouroboros’. Alle foto’s: Rik Klein Gotink
Voor thuis!
Sjoerd Buisman heeft vanaf de jaren tachtig veel werken gemaakt in de openbare ruimte, door heel het land. Zo zijn er in Het Nationale Park De Hoge Veluwe twee sculpturen van hem te zien: zijn dennenpalissade ‘Dennenwal’ (1985) en een versie van ‘Phyllotaxis’ in het beeldenpark van Museum Kröller-Müller. Ook aan het Hippocratespad in Leiden en in het Groningse Stadspark zijn versies van de ‘Phyllotaxis’ te zien. Voor NS-station Utrecht Overvecht maakte Buismane een ‘Crassula’ en voor Almere-Haven de monumentale boomstronken ‘Souvenirs van het Oude Land’.
Bekijk hier de aflevering over Sjoerd Buisman van Hollandse Meesters, de documentairereeks over hedendaagse kunstenaars.