25 maart 2020

Als vaste columnist van Museumtijdschrift geeft Oek de Jong in elk nummer zijn kijk op kunst. In deze column, uit Museumtijdschrift nummer 2, een reflectie op de blik van binnen naar buiten van de New Yorkse fotograaf Saul Leiter (1923-2013).

Het komt nog altijd voor: een bijzonder kunstenaar wiens werk tientallen jaren niet of nauwelijks wordt gezien en die pas tegen het eind van zijn leven door de kunstwereld wordt ontdekt. In dit geval heeft de kunstenaar zelf ook zijn best gedaan om niet ontdekt te worden. Hij beschouwde het als een groot goed om onopgemerkt te blijven, om geen succes te hebben.
Ik heb het over de New Yorkse fotograaf Saul Leiter (1923-2013). Hij was afkomstig uit een orthodox-joodse familie – zijn vader was een Talmoedgeleerde – en voorbestemd om rabbijn te worden. Maar op zijn 22e brak hij met de strenge religieuze traditie waarin hij werd opgevoed, verliet het Rabbinical College in Cleveland en vertrok naar New York om schilder te worden. Hij fotografeerde ook en verdiende vanaf de jaren vijftig de kost als modefotograaf voor grote bladen als Harper’s Bazaar en Vogue – het was de tijd van de elegante Chanel-pakjes en de grote hoeden. Leiter had een studio aan de peperdure Fifth Avenue, kocht tekeningen van Pierre Bonnard, zijn favoriete schilder, en houtsnedes van grootmeesters als Hokusai en Hiroshige.
Hij betrok een appartement in Tenth Street, in de East Village, aanvankelijk een buurt van vooral Joodse en Italiaanse immigranten, en vanaf eind jaren vijftig bij uitstek de New Yorkse wijk voor kunstenaars en schrijvers. Meer dan een halve eeuw woonde hij op hetzelfde adres. Zijn tweekamerappartement groeide langzaam dicht met stapels dozen waarin duizenden negatieven en foto’s zaten die vrijwel geen mens te zien kreeg.
In zijn vrije uren fotografeerde Leiter op straat, in café’s en eettentjes, of in zijn geliefde ‘el’, de ‘elevated’ metrotrein die over een viaduct boven Third Avenue de hele stad van noord naar zuid doorkruiste. Hij fotografeerde vooral in zijn eigen buurt. Leiter was dus een straatfotograaf, zoals er zoveel zijn, maar hij fotografeerde geen taferelen, geen anekdotes – hoeveel New York er in zijn foto’s ook te zien valt. Hij deed iets anders.

Leiter vangt vooral een vluchtige, voorbijgaande schoonheid.

Je hoeft maar een paar foto’s van Leiter te zien om zijn stijl te herkennen. In veel foto’s kijk je van binnen naar buiten. Ze zijn genomen door het grote raam van een café of de etalageruit van een winkel. Die blik van binnen naar buiten, vanuit een besloten ruimte naar het schouwspel van de stad, geeft zijn foto’s een intieme sfeer. In het glas van café, winkel of auto zijn weerspiegelingen en vervormingen te zien en daardoor krijgt de foto iets ongewoons. Je weet niet altijd meteen wat je nu precies ziet, hoe het beeld in elkaar zit. Op het glas kunnen regendruppels zitten of het raam is beslagen. Leiter: “Een raam bedekt met regendruppels vind ik interessanter dan een foto van een beroemdheid.”
Een Leiter-foto heeft ook bijna altijd een bijzondere uitsnede. Dat had hij geleerd van de Japanse houtsnedes die hij verzamelde, net als het gebruik van ongebruikelijke perspectieven. Je ziet vaak maar een gedeelte van een hoofd of een lichaam, of alleen maar een voet op een treinbank, of een wirwar van reclames weerspiegeld in een etalageruit en daar middenin doemen opeens haarscherp twee handen met een paar handschoenen op. Een foto van deze introvert is ook altijd bespiegelend, naar binnen gekeerd, verstild, lyrisch.

Red Umbrella uit 1955 is een van mijn favorieten. De foto is genomen vanuit een auto, vanaf de achterbank. Waarschijnlijk zat Leiter in een taxi. Het meest opvallend zijn de prachtige, warme kleuren: het rood van de paraplu en het geel en zachte groen van de auto naast de taxi. Leiter heeft als fotograaf altijd gekeken met het oog van de schilder, gevoelig voor kleur en vlakverdeling. De foto heeft een grote donkere omlijsting: het onscherpe interieur van de taxi. Je kijkt door het autoraam naar buiten.
Het sneeuwde die dag. Ook de sneeuw draagt bij aan het intieme karakter van het beeld. Sneeuw verandert de atmosfeer in een stad, sneeuw brengt verstilling. In zijn liefde voor sneeuw en regen in New York doet Leiter me denken aan de grote Breitner met zijn vele Amsterdamse beelden – schilderijen én foto’s – met sneeuw en regen. Hier zit je in een New Yorkse taxi, een beetje in het halfdonker, en zie je een gehaaste voorbijganger, niet meer dan een vage, zwarte gedaante onder een rode paraplu, en die prachtige kleuren.
Leiter vangt de atmosfeer van een besneeuwde stad, juist ook door die blik van binnen naar buiten. Hij vangt vooral een vluchtige, voorbijgaande schoonheid – dat wat je maar eenmaal ziet, heel kort. Er zit iets peinzends, iets contemplatiefs in deze foto van een man die het liefst in het verborgene wilde leven. Je kunt er lang naar kijken.

www.oekdejong.nl

Museumtijdschrift 2 (2020) is nu te koop via onze webshop en in de winkel.

Beeld: Saul Leiter, ‘Red Umbrella’, ca. 1955 © Saul Leiter Foundation, courtesy Howard Greenberg Gallery.
Uit het boek ‘All About Saul Leiter’, Thames & Hudson, 2018