4 oktober 2022
Het is weer herfst en dus is het tijd voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst, een bijzondere, ruim honderdvijftig jaar oude traditie. Daarbij beloont de koning, op voordracht van een vakjury, drie hedendaagse kunstenaars van onder de 35 jaar met een bedrag van € 9.000,–, vrij van belastingen en premies. Jaren achtereen werd verzucht dat de schilderkunst bij deze prijs urgentie ontbeerde, maar die tijd is voorbij.
Dit jaar klonk een ander geluid: het werk van de vijftien genomineerden is vitaal, divers, aantrekkelijk, inventief en actueel. Vooral het lichaam wordt gevierd bij deze generatie, op uiteenlopende manieren. Er zijn prachtige portretten van zwarte mensen, raadselachtige panelen met lichaamsonderdelen, er zijn zelfs grote, getufte tapijten met mythische wezens die als schilderkunst worden aangemerkt. Nadat de Koninklijke Prijs jarenlang een nogal witte aangelegenheid is geweest, benadrukt de jury dat het perspectief van zwarte mensen ertoe doet. Zelfs zozeer, dat maar liefst twee van de winnaars portretten schilderen van zwarte mensen.
Over die keuze valt te twisten, de kwaliteit bij deze editie is hoog en er hadden ook andere keuzes gemaakt kunnen worden (Julia Kiryanova met haar schilderkunstig getufte tapijten? De wat rauwe, geabstraheerde doeken van Sara van Vliet? De ingetogen, melancholische schilderijtjes van Minne Kersten?). Enfin, kijkt u zelf, naar de kunst en naar de prachtige Burgerzaal van het Paleis op de Dam. En vul dan vooral ook het deelnameformulier in van de publieksprijs. Het schilderij dat de meeste stemmen oplevert, wordt namelijk verloot onder de stemmers.