Een oude koffer, een mes, diverse reispapieren, foto’s en video’s, een uniform en zelfs een oude brommer. De vitrines van het Drents Museum liggen en staan vol met exact honderd voorwerpen die het leven van de Molukkers in Drenthe vertellen. De tentoonstelling ‘Menyala’ – Maleis voor ‘schitteren’ – is in samenwerking met zeven jonge Molukkers met Drentse wortels samengesteld.
Toen er in 1951 zo’n drieduizend van de dertienduizend Molukkers naar de provincie kwamen, leek hun komst tijdelijk en werden ze in woonoorden ondergebracht. Na verloop van tijd bleek hun verblijf echter permanent en bouwden ze hier een toekomst op. Er kwam onder meer een eigen voetbalclub, FC Amboina, en er werd een filmprojector aangeschaft voor gezamenlijk gebruik binnen het woonoord.
De negatieve aspecten als geweld, drugsgebruik en armoedige omstandigheden komen nauwelijks aan bod in de tentoonstelling. Pas op het einde is er een tijdlijn waar alle gebeurtenissen uiteen worden gezet. Het is leerzaam om de persoonlijke kant van de geschiedenis te beleven, maar door te veel te leunen op het gevoel van hoop voelt het verhaal van de tentoonstelling incompleet.

Groepje meisjes bij Kamp Schattenberg, 1958, collectie Drents Museum
Vitrine in de tentoonstelling ‘Menyala’