10 mei 2021

Veel mensen weten dat ze bestaan, maar weinigen weten precies waar ze zich in de stad schuilhouden. Hofjes zijn een bekend fenomeen in de (oud-)Nederlandse stad. Het half openbare karakter, de twijfel of publiek is toegestaan of niet, zorgt voor een mysterieuze sfeer, en een extra euforisch gevoel na het vinden van een hofje.
Ook in Delft zijn verscheidene hofjes te bezoeken. Om de zoektocht makkelijker te maken, heeft TU Delft-professor Willemijn Wilms Floet de mooiste hofjes van Delft uitgestippeld op een plattegrond. Deze route leidt u langs het Klaeuwshofje, de hofjes van Gratie, Pauw en Almonde, het Bagijnhof en, uiteraard, het Prinsenhof – de laatste verblijfplaats van prins Willem van Oranje.

Het Klaeuwshofje, foto: Anna Janssen

Het merendeel van de genoemde hofjes zijn liefdadigheidshofjes, gemaakt voor bepaalde doelgroepen zoals ouderen, vrouwen of hofpersoneel, die hier gratis mochten wonen. Het Bagijnhof en het Prinsenhof zijn van een ander soort. Waar bij de liefdadigheidshofjes eenheid in de architectuur zichtbaar is, is dit bij het Bagijnhof niet het geval. Dit is omdat de zusters die daar woonden zelf de bouw hebben gesubsidieerd, en dus inspraak hadden op de architectuur. Het Prinsenhof is nooit een officieel hof geweest maar, naar waarschijnlijkheid, een medicinale tuin. Door zijn verborgen karakter wordt de plek vandaag de dag wel vaak gezien en beschreven als een hofje.
Mocht de Coronacrisis het toestaan, dan is het leuk om de tour uit te breiden met een bezoek aan Museum Prinsenhof, waar op het moment de tentoonstelling ‘Jingdezhen: 1000 jaar porselein’ plaatsvindt. Ook interessant is het Vermeer Centrum Delft, een centrum dat het gehele oeuvre, al zijn het reproducties, van Vermeer tentoonstelt.

Meer informatie over de Delftse hofjestour is te vinden op de website van TU Delta.

Hoofdbeeld: het Hofje van Pauw, foto: Anna Janssen