Onaantastbaar symbool aan het Brusselse firmament… Het Atomium is noch toren, noch piramide, eerder kubusvormig, een beetje sferisch, het midden houdend tussen beeldhouwkunst en architectuur, een overblijfsel uit het verleden met werkelijk futuristische kenmerken, museum en tentoonstellingsruimte … Het is tegelijkertijd een voorwerp, een plaats, een ruimte, een utopie en een symbool, uniek in de wereld, dat ontsnapt aan elke vorm van classificatie.

Het Atomium was in 1958 het belangrijkste paviljoen en het icoon van de Wereldtentoonstelling van Brussel, de Expo 58. Het symboliseerde de democratische wens om de vrede te bewaren tussen alle volkeren, het geloof in zowel de technische als de wetenschappelijke vooruitgang en uiteindelijk was het de uitdrukking van de optimistische visie op de toekomst van een nieuwe, moderne en supertechnologische wereld die de mens de kans moest bieden op een beter leven.

Deze ideeën speelden vooral een rol bij het vreedzame gebruik voor wetenschappelijke doeleinden van de atoomenergie; die laatste bepaalde dan ook de vorm van het 102m hoge bouwwerk met zijn negen met elkaar in verbinding staande bollen, dat een elementair ijzerkristal voorstelt dat 165 miljard keer werd vergroot. Het ontwerp is van de hand van ingenieur André Waterkeyn (1917-2005). De bollen werden ingericht door de architecten André en Jean Polak.