Het Museum van de Geest heeft twee vestigingen; één in Haarlem en één in Amsterdam. In het museum in Haarlem ontdek je op een interactieve manier meer over je eigen geest én die van anderen. In Amsterdam zijn tentoonstellingen te zien met outsider art, waarin kunstenaars hun fantasierijke innerlijke wereld tonen.
Na de Eerste Wereldoorlog kwam Outsider Art als stroming volop in de belangstelling. Psychiater Hans Prinzhorn (1886-1933) publiceerde zijn boek ‘Bildnerei der Geisteskranken’ met een grote collectie werken van mensen uit psychiatrische instellingen. Veel kunstenaars lieten zich hierdoor inspireren, onder wie Salvador Dalí, Karel Appel en Asger Jorn. Een van de eerste musea die interesse toonde in deze kunstvorm, was het Museum of Modern Art in 1929 in New York. Directeur Alfred Barr noemde autodidactische kunst een van de drie ‘grote bewegingen van de moderne kunst’, samen met het surrealisme en de abstractie.
In 1972 bedacht de Franse kunstenaar Jean Dubuffet de term ‘Art Brut’, wat ‘rauwe kunst’ betekent. De Engelse kunsthistoricus Roger Cardinal lanceerde in 1972 de term ‘Outsider Art’. In 2013 zorgde de Biënnale in Venetië voor een doorbraak van Outsider Art in de internationale kunstwereld. Met de oprichting van het Museum van de Geest – Outsider Art in H’ART Museum is er een permanente plaats voor de ontwikkeling van actuele Outsider Art in Nederland.