Het Openluchtmuseum De Spitkeet laat zien hoe de mensen vroeger op de heide moesten wonen, leven en werken. Sommige mensen waren zo arm dat ze geen geld hadden om een huis te kopen of te huren. Daarom verhuisden ze noodgedwongen naar de heide. Daar bouwden ze hutten van heideplaggen. Dit waren kleine huisjes die uit slechts één kamer bestonden. In deze kamer moesten de mensen wonen, eten en slapen. Ook woonden er mensen in een hol onder de grond. Daar was het erg donker. En verder woonden er mensen in houten keten en kippenhokken. Toen het op de heide iets beter ging, werden er stenen huisjes gebouwd. Dat was een hele verbetering. Ook staat er een armenhuis dat de Mallemolen werd genoemd. Dit huis bestaat uit vier kleine kamers. In elke kamer woonde een gezin met soms wel acht kinderen.