27 maart 2024

Het Stedelijk Museum in Amsterdam brengt in ruim zestig werken een ode aan performancegrootheid Marina Abramović. Een viertal performances wordt daarbij heropgevoerd – door anderen.

Zaaloverzicht met video van de performance ‘AAA AAA’ (1978), foto: Peter Tijhuis

Daar zit/hang je dan. Als een hedendaagse messias met de armen gespreid en alleen een fietszadel hoog aan de muur als ondersteuning. Anders dan Jezus zijn de mannen en vrouwen die deze performance van kunstenaar Marina Abramović (1946) twee keer per dag heropvoeren piemelnaakt. In 1997 werd Luminosity, helderheid, nog opgevoerd door de kunstenaar zelf. Het was de bedoeling dat zij in de loop van de zes uur durende performance door uiterste concentratie elk gevoel van pijn zou overwinnen en haar meditatieve zegetocht zou overdragen op het publiek. Maar in dit reizende overzicht, met originele foto’s en video’s, sculpturen en grote stukken kwartskristal, treedt ze zelf helaas niet op.
Omdat ze van de tentoonstelling toch een ‘levende’ expositie wilde maken, zijn de reperformances toegevoegd, waarbij de uitvoerders zijn geschoold volgens The Marina Abramović Method. Werkt dat? Mwah. De performance Luminosity is teruggebracht tot een half uur, waarbij de roerloze, over het publiek heen starende messiasfiguur (m/v) weliswaar een prachtig plaatje oplevert, maar eentje zonder spanningsveld en met nul interactie met het publiek. Iets soortgelijks geldt voor de andere heropvoeringen: ontdaan van de noodzaak en de magnetische uitstraling van de kunstenaar zelf resteert een tamelijk bloedeloze ervaring.

Live reperformance ‘Luminosity’, 1997/2024, foto: Fabian Landewee

Intensief
Het is natuurlijk een dilemma. Hoe maak je een museale tentoonstelling van performances, per definitie een tijdelijke kunstvorm, voor een groot publiek? Gelukkig was Abramović er al vroeg van overtuigd dat ze haar performances met meerdere camera’s moest vastleggen. Juist die originele registraties leveren een intensieve kijkervaring op. Prachtig worden haar twee grote doorbraakwerken in de opening van de expositie voor het voetlicht gebracht.
Met Rhythm 0, in 1974 opgevoerd in een galerie in Napels, lanceerde ze zichzelf als nietsontziende body-art-kunstenaar. Rhythm 0, met zijn grofkorrelige diabeelden op meerdere wanden vertoond, is nog altijd adembenemend schokkend vanwege de agressie waarmee vooral het mannelijke deel van het publiek de met opzet passieve kunstenaar destijds te lijf ging met op een tafel uitgestalde attributen als een mes, een schaar, een roos of een pistool.
Met The Artist is Present, in 2010 opgevoerd in het Museum of Modern Art in New York, verwierf ze wereldfaam. De portrettengalerij van The Artist is Present, waarbij Abramović gedurende 736,5 uur zwijgend tegenover haar publiek zat met soms emotionele taferelen ten gevolg, biedt met zijn wandvullende gezichtsuitdrukkingen van de kunstenaar aan de ene en die van het publiek aan de andere kant, een passage vol zachtheid, ontroering en medemenselijkheid.

Ulay / Marina Abramović, ‘Rest Energy’, 1980, met dank aan de Marina Abramović Archives, © Ulay / Marina Abramović

Salonfähig
Ronduit indrukwekkend zijn ook de legendarische performances die ze met haar toenmalige partner Ulay in de jaren zeventig uitvoerde. Dwalend tussen de op grote schermen getoonde werken leef je mee met het spanningsveld tussen de twee geliefden, beiden boos, beiden zoekend naar hun rol, naar identiteit en vrijheid, beiden bereid om hun eigen en elkaars grenzen tot het uiterste te verkennen. Twintig minuten slaan ze elkaar vol in het gezicht (Light Dark, 1977), 19 minuten houden ze het vol om in elkaars mond te ademen tot de zuurstof op is (Breathing In, Breathing Out, 1977), vier minuten en twaalf seconden dagen ze elkaar in oplopende hartslag uit met op het hart gerichte pijl en boog (Rest Energy, 1981).
In het post-Ulay deel van haar carrière, na 1988, wil Abramović niet langer grenzen verleggen, maar overwinnen. Ze pakt grote thema’s aan, zoals de angst voor de dood en de per definitie tijdelijkheid van het bestaan. Ze stoeit theatraal met een skelet op haar lijf, plaatst haar eigen beeltenis in gigantische kruisen met een soort grafsteen in het midden.
Jammer genoeg neigt dit deel van haar oeuvre vaker naar het groteske, ontbeert het de rauwe aantrekkingskracht van het eerdere werk. In combinatie met de inrichting met kamerbreed tapijt, de her en der toegevoegde steriele attributen en de reperformances van mensen die, hoe getraind ook, de lichamelijke en geestelijke urgentie van de kunstenaar missen, laat dit overzicht vooral zien dat de performancekunst van Abramović salonfähig is geworden. Maar voor wie haar werk niet kent, ga vooral voor de jaren zeventig performances. Die hebben aan kracht, brutaliteit en drang naar vrijheid niets ingeboet.

Gedurende de tentoonstelling is altijd een performance te zien. Alleen The House with the Ocean View (2002), waarbij een performer twaalf dagen achter elkaar in het museum bivakkeert, wordt uitsluitend van 8 t/m 16 juni uitgevoerd tijdens het Holland Festival. Reserveren wordt aanbevolen en is mogelijk via de website van het museum.

Live reperformance ‘Imponderabilia’, 1977/2024, foto: Peter Tijhuis