Het kunstenaarsechtpaar Otto en Adya van Rees levert in de vroege twintigste eeuw een indrukwekkende bijdrage aan de belangrijkste ontwikkelingen in de Europese kunst. Een tijd waarin beeldbepalende stromingen zoals kubisme, dada en abstracte schilderkunst zich manifesteren. Adya en Otto staan in de periode 1909-1924 midden in het artistieke leven van Europa. Ze zijn bekend en geliefd in toonaangevende kringen van kenners en kunstenaars onder wie Hans Arp en Arthur Segal. Hun leven lang wonen ze afwisselend in verschillende Europese steden, van Parijs tot Zürich, steeds op zoek naar de beste plek om hun kunst te maken. Want de kunst staat altijd voorop, zelfs al zit het leven soms tegen. Hun werk is nog relatief onbekend voor het grote publiek, terwijl zij zich bij leven in kringen van kunstenaars als Piet Mondriaan, Georges Braque en Pablo Picasso begaven. Ook is hun werk opgenomen in toonaangevende collecties van musea in binnen- en buitenland. Daarom nu een eerbetoon aan dit bijzondere kunstenaarsechtpaar.
Deze overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum Schiedam geeft niet alleen inzicht in het leven van dit vooruitstrevende koppel in een woelige periode van de kunstgeschiedenis. Het laat ook het menselijke gezicht zien van Adya en Otto, twee belangrijke pioniers van de twintigste-eeuwse kunst. In 2019 leerde het Stedelijk Museum Schiedam het werk van Adya van Rees kennen in de tentoonstelling Meesterlijke Vrouwen. Dit was mede aanleiding voor een nadere kennismaking. De tentoonstelling laat Adya en Otto zien als wegbereiders voor de abstracte kunst, die zo sterk in de collectie van Stedelijk Museum Schiedam is vertegenwoordigd.
Beeld: Otto van Rees, Portret van C. van Rees-Dutilh, echtgenote van de schilder, 1909, olieverf op doek, 116 x 92 cm, collectie RCE