Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van het eerste surrealistische manifest van André Breton presenteert de tentoonstelling Giacometti’s werken uit deze periode, die gekenmerkt wordt door de interesse van de kunstenaar in het onbewuste, in agressieve en erotische impulsen en in de dubbelzinnigheid van tekens. De tentoonstelling onderzoekt hoe een ‘surrealistische’ geest zijn productie bleef doordringen na zijn breuk met de beweging in 1935, tot aan zijn naoorlogse werken. Het onderzoekt ook de momenten van vriendschap en creatieve affiniteit tussen Giacometti en Max Ernst, die elkaar in 1929 in Parijs ontmoetten, in de jaren 1930 in naburige studio’s werkten en daarna vrienden bleven.

De tentoonstelling toont meer dan 70 werken van Giacometti, waaronder beeldhouwwerken, tekeningen, schilderijen en grafiek, waarbij de nadruk ligt op belangrijke sculpturen zoals Het koppel (1926), Lepelvrouw (1927), De Hangende Bal (1930), Onaangenaam object (1931), De Neus (1949) en De Kooi (première version) (1949-1950). De tentoonstelling toont ook werken van Ernst in dialoog met die van Giacometti, evenals foto’s en archieven die de banden tussen de twee kunstenaars benadrukken.