In de Franse Tijd (1794–1814) trokken herders uit Venray met hun schapen naar Parijs om ze daar te verkopen. Uit dit avontuur van enkelen is in de 19e eeuw een handelsorganisatie ontstaan die spoedig een groot stuk van Europa omspande tot in Rusland en die zelfs tot in Argentinië kwam.

Groote Schaapscompagnie:
Het initiatief ontstond indertijd in het Noord-Limburgse Venray, omdat in de Peel veel schapen gehouden werden. In de eigen streek aten ze nauwelijks vlees van schapen, maar bleek in Frankrijk goed in de smaak te vallen. Daarom trokken de schaapherders met hun kudden naar de Parijse slachtbanken. Zij verenigden zich in een compagnie die weldra handel dreef in heel Nederland en in 1846 ook vaste voet kreeg op de markt van Londen.

Uitbreiding handelsgebied:
Toen later in Europa het spoorwegennet was aangelegd, breidden hun aankoopgebieden zich uit tot diep in het toenmalige Pruisen en in de gebieden rond de Donau. Ze verkenden de handelsmogelijkheden in de Oekraïne, Denemarken en op IJsland. Ze begaven zich in de vee- en vleeshandel vanuit Argentinië en de export van bacon en ham uit verschillende landen van Oost-Europa, Canada en Australië.

De expositie geeft een beeld van de Peel, het verhaal van de Groote Schaapscompagnie en er is ook aandacht voor de herder die najaar 1993 opnieuw met een kudde schapen naar Parijs is gelopen.

Voor Cowboys van de Peel werkt het museum samen met het Peelmuseum uit America en stichting Loobeek uit Merselo.