Voor de laatste maanden van Jeroen Erosies levende muurschildering in het Oog koos curator in opleiding Abril Cisneros Ramírez een aantal werken van schilder en fotograaf JCJ Vanderheyden (Den Bosch, 1928–2012) uit de Van Abbemuseum-collectie. Beide kunstenaars verkennen hoe lijnen ontstaan op een oppervlak. Beiden onderzoeken de rol van waarneming, toeval en keuzes bij het maken van beelden.
In zijn schilderijen werkte Vanderheyden vaak vanuit negatieve ruimte. Hij liet lijnen verschijnen door kleurvlakken naast elkaar te plaatsen en hun helderheid te bekijken. Vanaf midden jaren 60 experimenteerde hij met druktechnieken, computergrafiek en elektroakoestiek. n zijn grafische werken is de compositie spontaan en tegelijkertijd zorgvuldig bedacht.
Vanderheyden wilde op een nieuwe manier laten zien wat hij dagelijks zag. Voor hem stonden kunstwerken niet op zichzelf, maar waren ze altijd onderdeel van een groter geheel. Het maken van kunst ging om het ontdekken en samenbrengen van bestaande vormen, zoals licht dat door een spiegel wordt weerkaatst.
Beeld: JCJ Vanderheyden, Acht jaar, 1971. Foto: Peter Cox