“Een beschadigde shillingmunt, daar begint dit verhaal. Degenen die vaker oorlogsmusea bezoeken zullen bekend zijn met dit soort objecten: alledaagse voorwerpen die de klap van een kogel of granaatscherf hebben opgevangen en daarmee het leven van hun bezitter hebben gered. Ze laten zien hoe dun de grens tussen leven en dood kan zijn in een oorlog en illustreren het belang van de speling van het lot.” – Conservator Jory Brentjens.
Op 17 september 1944 begon Operatie Market Garden, de grootste geallieerde luchtlandingsoperatie van de Tweede Wereldoorlog. De Britse 1st Airborne Division werd ingezet bij Arnhem. Wat veel mensen niet weten is dat onder deze eenheid zich eenentwintig Joodse Duitsers en Oostenrijkers bevonden. Zij waren in nazi-Duitsland opgegroeid, maar wisten in de jaren 30 naar Groot-Brittannië te vluchten en zich bij de Britse luchtlandingsstrijdkrachten aan te sluiten.
Deze eenentwintig mannen moesten nazi-Duitsland ontvluchten en lieten daarbij vrijwel al hun familie en bezittingen achter. Sommigen van hen hadden hun synagogen in vlammen zien opgaan of hadden in concentratiekampen gevangen gezeten.
In ‘Gevlucht om te Vechten’ wordt de bijzondere geschiedenis van deze Joodse mannen verteld aan de hand van persoonlijke verhalen.
Beeld: Airborne Museum at Hartenstein