Het futurisme & Europa. De esthetiek van een nieuwe wereld laat zien hoe de futuristen ruim honderd jaar geleden hun entree maken op het Europese toneel en een wisselwerking aangaan met andere avant-garde kunstenaars en stromingen zoals De Stijl en Bauhaus. Het futuristisch ideaal is het samengaan van kunst en leven. In de tentoonstelling zijn schilderijen en sculptuur, meubels, tapijten, keramiek, interieur- en toneelontwerpen, kleding, boeken en grafisch werk te zien én allerlei gebruiksvoorwerpen zoals het bekende Campari sodaflesje.
De futuristische ‘reconstructie van het universum’
In 1915 worden de futuristische esthetische idealen door Giacomo Balla en Fortunato Depero opgetekend in het manifest Ricostruzione Futurista dell’Universo. Volgens dit manifest moeten de in de traditionele kunsten – schilderkunst en beeldhouwkunst – ontwikkelde vernieuwingen worden ingezet voor de transformatie van het dagelijks leven tot een futuristisch universum: een ‘opera d’arte totale’, een totaalkunstwerk, waarin de moderne mens zal leven.
Een eerste kennismaking
Europa maakt in 1912 kennis met het werk van de futuristen door een reizende tentoonstelling met schilderijen van Umberto Boccioni, Carlo Carrà, Luigi Russolo en Gino Severini, die na galerie Bernheim-Jeune in Parijs onder meer Londen, Brussel, Berlijn, Den Haag en Amsterdam aandoet. De tentoonstelling, maar vooral ook de radicaliteit van het futurisme roepen op zijn zachtst uiteenlopende reacties op en ontketenen levendige en soms ronduit verhitte debatten tussen bewonderaars en critici. Vaststaat echter dat het futuristische ideaal van het samengaan van kunst en leven voor de Europese avant-garde een geheel nieuwe weg opent, misschien wel de meest vruchtbare van de twintigste eeuw. Voor de futuristen betekent de entree op het toneel van de internationale avant-garde een verbreding van hun horizon en een aanscherping van hun ideeën.
Beeld: Futurisme Europa, Kröller Müller Museum