Deze expositie brengt de unieke jeugdcultuur van het Westland in beeld. Jeugdcultuur is bij uitstek een immaterieel onderwerp en de ervaring is voor ieder persoonlijk en verschillend. Om die reden steekt het Westlands Museum deze tentoonstelling op een andere manier in. Met nadruk op participatie en interactie.
Vanaf eind jaren ‘50 begint de jeugdcultuur in Nederland een eigen gezicht te krijgen. Zeker de tijd daarna ontwikkelt de jeugd een specifiek uiterlijk en ideaal. De rol van de sociëteiten valt daarin niet te onderschatten. Zij waren dé plek waarin de jeugd zich verzamelde en uitte.
De vele sosen in het Westland organiseerden activiteiten en grote dansavonden waarvoor bandjes werden geboekt. Het Westland bruiste. Na de ontzuiling begon het er hier anders uit te zien; het werden de schuurfeesten en de hokken die het landschap bepaalden.
Schuurfeesten ontstonden bij de gratie van de schaalvergroting in de tuinbouw. Er kwamen daardoor plots grote ‘feestruimtes’ beschikbaar. De ondernemende Westlanders wist hier slim gebruik van te maken.
Het imago van de hokken is een onderwerp dat soms landelijk aan bod komt, vaak in negatieve zin. Het bijzondere karakter blijft vaak onderbelicht. Het hok als de vrije plek waar jongeren hun gang kunnen gaan en veel van elkaar leren is minder bekend.
Interviews, verhalen en interactieve onderdelen zorgen ervoor dat de bezoeker aan de expositie een inkijkje krijgt in de specifiek Westlandse jeugdcultuur. Verschillende generaties kunnen wat van elkaar leren. De verschillen maar ook zeker de overeenkomsten komen aan bod.


