De Ploeg is een begrip in de Groningse schilderkunst. Deze kunstenaarsvereniging werd in 1918 opgericht om het artistieke klimaat in de stad Groningen te verbeteren. De leden van De Ploeg hoopten in dit samenwerkingsverband tentoonstellingen te kunnen organiseren en zo meer belangstelling te creëren voor de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van beeldende kunst, architectuur en literatuur. Jan Wiegers, Johan Dijkstra en Jan Altink waren er als initiatiefnemers van overtuigd dat er nog veel terrein in de moderne kunst ontgonnen moest worden. Vandaar de naam: De Ploeg.
Wie waren hún leermeesters eigenlijk?
Het was de tijd van expressionisme en impressionisme waarin de schilders van De Ploeg werkten. Aan hun werk wordt regelmatig aandacht besteed in exposities en boeken. Maar wie waren hún leermeesters eigenlijk? Die vraag wordt in de tentoonstelling Leermeesters van De Ploeg belicht.
Bach, Kort en De Wit; leermeesters van De Ploeg
F.H. Bach, A.W. Kort en C.P. de Wit waren in de eerste decennia van de twintigste eeuw toonaangevende docenten aan Academie Minerva, de Groningse teken- en kunstnijverheidsschool. Naast hun docentschap waren zij zeer actief als schilders van landschappen, stadsgezichten, portretten en stillevens. Aan Bach en Kort werden eerder tentoonstellingen gewijd, maar nooit eerder waren zij samen te bewonderen. Voor De Wit geldt dat nu voor het eerst een ruimere keuze uit zijn werk is te zien.
Bijzonder docentschap
De tentoonstelling belicht ook het bijzondere van hun docentschap. Bach, Kort en De Wit onderwezen namelijk de eerste artistieke beginselen aan toekomstige oprichters en leden van De Ploeg als Johan Dijkstra, Jan Wiegers en Jan van der Zee. Bach, Kort en De Wit gaven hen bovendien een schat aan kennis en ervaring op kunstgebied mee. Zonder hun lessen zou het avant-garde avontuur waaraan de Ploegers zich waagden zijn verzand in amateurisme. Vanaf de jaren ’20 nam De Wit zijn leerlingen mee naar het Reitdiep om te tekenen of te schilderen. Hij was de eerste docent die excursies organiseerde. Hij bezocht onder meer Artis met zijn leerlingen. Met regelmaat ging hij met studenten buitentekenen aan het Reitdiep en op de Grote Markt in Groningen.
De tentoonstelling in Het Koetshuis geeft een beknopt beeld van het werk van deze drie kunstenaars in hun onderlinge samenhang. Daarnaast laat deze tentoonstelling zien hoe zij als docent hun kennis overbrachten en wat die lessen voor de schilders van Kunstkring De Ploeg, Johan Dijkstra, Jan Wiegers, Jan van der Zee, Jan Altink, George Martens en Alida Pott, betekend hebben.
De tentoonstelling past goed op Verhildersum omdat het gaat om kunstenaars die hun werkzame leven in Groningen doorbrachten en van invloed waren op de stormachtige ontwikkelingen die de Groninger kunst doormaakte vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw.
Werken die Kunst Behoud Groningen van de drie kunstenaars in bezit heeft zijn het uitgangspunt voor de tentoonstelling. Hieraan is een aantal bruiklenen uit het Groninger Museum, het Drents Museum (Vereniging Vrienden Nieuwe Kunst 1900) en Museum Belvédère toegevoegd.
Beeld: Studenten van Minnerva in actie op de Grote Markt onder leiding van hun docent P.C. de Wit