Marijn Akkermans maakt grote en kleine portretten, tekeningen met potlood, inkt en gouache op papier. Heel herkenbaar zijn de zwart witte tekeningen met inkt. Zijn portretten zijn vaak getekend op grote vellen papier en opgebouwd uit verschillende transparante lagen, waardoor een haast driedimensionaal beeld ontstaat. De gezichten hebben allerlei uitdrukkingen, die bepaalde emoties laten zien, soms verstild en afwezig, maar ook indringend en zelfs ongemakkelijk ogend.
Een belangrijke motivatie in het werk van Akkermans is het doorgronden en verbeelden van onmogelijke tegenstellingen. We zien onderwerpen met een duidelijke tweedeling, zoals jeugd en ouderdom, vrouwelijkheid versus mannelijkheid, het individu tegenover het universum en realiteit naast verbeelding.
Petra Werlich laat in haar schilderijen en ander werk zowel onze alledaagse handelingen zien, met het dunne laagje vernis van beschaving, als ook de wereld die daaronder ligt. De innerlijke mens en dat wat we aan de buitenkant verborgen willen houden. De wijze waarop we kijken naar ons leven, waardoor we de onderliggende chaos en bizarre wereld niet hoeven te zien, maar waarvan we weten dat die bestaat. Zij onderzoekt de regels en rituelen waarmee wij de onderliggende wereld willen beteugelen en verbaast zich erover hoe wij ons gedragen. Het is niet de magische wereld van een kind dat zij bloot legt maar een chaotische, wereld met driften en lusten, reflexen en instincten. De beelden die hieraan ontspruiten worden soms aan elkaar geregen en vormen op deze manier weer een nieuw verhaal. Een verhaal waarin de toeschouwer zelf een perspectief kan innemen doch tegelijkertijd stuurt ze de toeschouwer in het kijken en om ook tussen de regels door te lezen.