Matthijs Röling studeerde vanaf 1960 aan de Koninklijke Academie Den Haag en later aan de Rijksacademie van Amsterdam. Hij bewoog zich tussen de abstracte en conceptuele kunstvormen en als een van de eerste kunstenaars in Nederland durfde hij te breken met deze tendens. Hij gaat schilderen naar de werkelijkheid en wijdt zich aan de figuratieve kunst.. Röling wordt een van de grootste figuratieve kunstenaars van Nederland en ontvangt verschillende onderscheidingen. In 1972 werd hij docent aan de Academie Minerva te Groningen. Toen in 1993 de klassiek leergang voor schilderkunst bij de Academie werd afgeschaft lonkte de uit onvrede met dit besluit opgerichte Klassieke Academie. Ook daar gaf Röling egelmatig les.

Zijn vroege oeuvre bestaat uit stillevens en mythologische voorstellingen. Later ligt zijn focus op mensfiguren en naakten. Aan het einde van zijn loopbaan schilderde hij veelal tuinen. Zijn stijl bevat veel symboliek en toont verwijzingen naar een wereld vol fantasie. Een keer op keer terugkerende liefde in zijn schilderijen is die voor mens en natuur. Hij laat zich inspireren door het Groningse landschap rondom hem.