Archeologie en kunst worden gecombineerd in een dubbel tentoonstelling. Eeuwenoude scherven en vondsten uit het Groningse en stillevens.

Bouke de Vries: ”Keramiek is een van de weinige cultuurgoederen die achterblijven, die overleven en worden teruggevonden in opgravingen. Keramische vondsten zijn de sporen van identiteit wanneer alle andere cultuuruitingen zijn vergaan.”

Keramiek is altijd een gewaardeerd goed geweest. Lang geleden bewerkte de inheemse bevolking al Romeinse aardewerk Terra Sigiliata scherven die van hand tot hand gingen in het Groningse gebied. Het stilleven is ook sinds de Romeinse tijd al een bekende kunstvorm. De kunstenaar probeerde zo natuurgetrouw mogelijk het materiaal van objecten of zachte structuren weer te geven in een zorgvuldig samengestelde compositie.

In deze tentoonstelling wordt in samenwerking met het Centraal Archeologisch Depot te Nuis, archeologie en kunst gecombineerd. Eeuwenoude scherven en vondsten uit het Groningse en Veenkoloniale gebied zullen te zien zijn. Hoe moeten we de vondsten interpreteren? En wat vertellen deze vondsten ons over het verleden? Deze vragen en meer zullen worden beantwoord.

Ook zijn uiteenlopende stijlen van stillevens met keramiek te zien gemaakt door kunstenaars Cornelis le Mair, Dirk Bal, Ben Hekert, Annelies Jonkhart en Gyula Somos.

Tot slot krijgt men een uniek inkijkje in gekoesterde stukken uit particuliere keramiekverzamelingen.

Beeld: Ben Hekert, Stilleven met distels