Kort na het einde van de Eerste Wereldoorlog dook in tal van avant-garde tijdschriften de aristocratisch klinkende naam Tour d’Onasky op. Achter dit mysterieuze en genderloze pseudoniem school een jonge Antwerpse kunstenares: Marthe Donas. Haar kleurrijke kubistische en abstracte schilderijen en collages zijn in het begin van de jaren twintig te zien op tentoonstellingen doorheen Europa, tot in de Verenigde Staten en Japan toe.
De tentoonstelling focust voor het eerst op de betekenisvolle positie die Donas toen, naast haar toenmalige partner, de Oekraïense beeldhouwer Alexander Archipenko en samen met het kunstenaarscollectief La Section d’Or, innam op het circuit van de internationale avant-garde.