Kindermeubilair, een proeftuin voor nieuwe materialen en productieprocessen, heeft zijn stempel gedrukt op de geschiedenis van het design in de 20e eeuw. Het belichaamt de ambities, sociale veranderingen en technologische vooruitgang van zijn tijd. Kinderen worden steeds meer als volwaardige personen erkend, ze worden niet langer gezien als ‘kleine volwassenen’ en veroveren een specifieke plaats in het huis, de samenleving en de markt.

Kinderen verkennen de wereld, leren, spelen en drukken zich uit via de voorwerpen die deel uitmaken van hun dagelijks leven. Na de Tweede Wereldoorlog verandert de inrichting van huizen: er komen kinderkamers en speelkamers, waar de allerkleinsten ruimte krijgen om hun creativiteit en verbeelding de vrije loop te laten. Meubilair wordt dan zowel een leermiddel als een middel tot emancipatie.

Ontwerpers vinden in kindermeubilair een uitgelezen terrein om te experimenteren. In de jaren 1960 maakt de opkomst van polymeren de weg vrij voor nieuwe vormen die niet langer gebonden zijn aan traditionele beperkingen. Deze materialen maken het mogelijk om lichte, hoekloze, ergonomische en speelse meubels te ontwerpen. Talrijke ontwerpers storten zich op dit terrein: Jean Prouvé, Alvar en Aino Aalto, Hans Wegner, Charles en Ray Eames, Nanna Ditzel, Bruno Munari, Javier Mariscal en meer recentelijk Stéphanie Marin, die elk een visie op de kindertijd als terrein van experiment en vrijheid voorstellen.

In deze nieuwe samenwerking verrijkt het Design Museum Brussels het verhaal dat door het Centre Pompidou is ingezet door de Belgische bijdrage in de schijnwerpers te zetten. Aan de hand van stukken uit zijn collecties benadrukt het museum de vitaliteit van het design in België, in navolging van de grote internationale verhalen. Het onthult een aanpak die aandacht heeft voor de behoeften van kinderen en al in een vroeg stadium rekening houdt met ecologische en pedagogische uitdagingen. Van de kinderkamers die Sylvie Feron in de jaren 1930 ontwierp, tot Jules Wabbes tot de huidige initiatieven van het duo ecoBirdy met de Charlie-stoel van gerecycleerd plastic, introduceren Belgische ontwerpers ook de eigenheid van kinderen in de huiselijke ruimte. Zo getuigt design in België van een creativiteit waarin formele innovatie samengaat met een reflectie over de samenleving en het milieu.

Vandaag, in een tijd van nieuwe ecologische, sociale en technologische uitdagingen, blijft kindermeubilair een afspiegeling van zijn tijd. 3D-printing, open source, gerecycleerde materialen en lokale productie luiden een nieuwe generatie creatieve, verantwoorde en toegankelijke meubels in.

Deze wereld blijft een geweldig laboratorium waar verbeelding, leren en innovatie samenkomen, en herinnert ons eraan dat design op kinderhoogte ook onze gemeenschappelijke toekomst verlicht.

Beeld: Design Museum Brussel, DESIGNING CHILDHOOD. EEN GESCHIEDENIS VAN DESIGN VOOR KINDEREN