Bittere Oogst nodigt je uit om te kijken, te luisteren en inzicht te krijgen in het gedeelde slavernijverleden tussen Nederland en Suriname dat nog steeds voelbaar is en doorwerkt in het heden. Om stil te staan bij de prijs van deze oogst – en om verder te kijken dan de façade.

Het diorama van koffieplantage Kerkshoven (1823) toont het beeld dat de Nederlandse eigenaar wilde presenteren: een wereld van orde en welvaart. Achter die zorgvuldig gecreëerde façade schuilt een ander verhaal: een bittere werkelijkheid van slavernij en uitbuiting vol wreedheid en pijn. Tegelijkertijd is het een verhaal van verzet en veerkracht — tot slaaf gemaakten putten kracht uit hun tradities en boden weerstand door te vluchten, saboteren of in opstand te komen.

Met het diorama als rode draad neemt de tentoonstelling je mee in een verhaal dat verder reikt dan op het eerste gezicht zichtbaar is. Historische documenten, zoals kaarten, archiefstukken en oude foto’s onthullen de structuren van uitbuiting en slavernij. Werk van Surinaamse kunstenaars van toen en nu, verhalen van nazaten en objecten van de plantage brengen de verborgen verhalen van kracht, verzet en weerstand tot leven. Nieuw onderzoek naar Nijmegen en het slavernijverleden laat zien hoe ook de stad op bestuurlijk niveau betrokken was bij deze geschiedenis.

Louise von Panhuys, Koffieplant, 1812. Universitaetsbibliothek Johann Christian Senckenberg.
Afbeelding van Stedman in zijn Narrative, of a five years’ expedition, against the Revolted Negroes in 1796. Collectie Valkhof Museum.
Rita Maasdamme, Het Marron dorp (Suriname), Gevlucht naar de vrijheid, 1980-2000. Amsterdam Museum, bruikleen familie Maasdamme. Foto Amsterdam Museum, Monique Vermeulen.
Details in het Kerkshovendiorama van Gerrit Schouten (1823). Collectie Valkhof Museum. Foto: Erik van Rosmalen.