In de kunstwereld worden enorme hoeveelheden energie en geld besteed aan het in leven houden van kunstwerken. Los van de financiële prikkels is er een diepgeworteld cultureel geloof dat meesterwerken de tand des tijds moeten doorstaan. Maar zoals de wetenschapper Fernando Domínguez Rubio opmerkt, is de inspanning die nodig is om kunstwerken te onderhouden en te behouden enorm. Hij stelt dat een museum als MoMA in New York bijna evenveel energie verbruikt voor conservering als een groot ziekenhuis. In zijn woorden: “het in leven houden van kunstwerken vergt meer energie dan het verzorgen van menselijke lichamen.”
Is het echt noodzakelijk om kunst voor de eeuwigheid te bewaren? Wat als we er gewoon mee zouden stoppen, of ervoor zouden kiezen werken te laten vergaan of zelfs te vernietigen? In hoeverre kan de herinnering aan een werk dat niet langer bestaat nog steeds van blijvende waarde zijn?
Er wordt een eind aan ons gebreid is een groeiend tentoonstellingsproject met werken waaraan de kunstenaar niet langer behoefte heeft. Deze werken zijn onverkoopbaar, nemen veel ruimte in beslag, sluiten niet meer aan bij de huidige artistieke richting of komen uit een periode waar de maker liever afstand van neemt.
Het eerste werk in deze tentoonstelling is een reeks sculpturen van de Mexicaanse kunstenaar Dodi Espinosa, die woont en werkt in Antwerpen. De sculpturen, die hij “de ballerina’s” noemt verwijzen naar gemarginaliseerde en uitgebuite lichamen. Met de werken bevraagt hij Westerse schoonheidsidealen, esthetiek en kunst en gaat hij in op thema’s als kolonialisme, machtsmisbruik en artistieke hiërarchieën.
foto: Dodi Espinosa
Mede mogelijk gemaakt door de gemeente Haarlemmermeer en het Mondriaan Fonds