Zou de vrijheid er moeten zijn om in ieder werk te zien wat de kijker erin wil zien of is de boodschap van de kunstenaar leidend? Dat is de vraag die kunstenaar en glasblazer Marinke van Zandwijk (1987) stelt. In de tentoonstelling Inflatable Thoughts, waarin verspreid over het museum werk van Van Zandwijk te zien is, onderzoekt zij de relatie tussen kunstwerk, kunstenaar en kijker.
Van Zandwijk is opgeleid in de glasblazerij van het Nationaal Glasmuseum, waar zij ook werkt. Ze heeft een opvallende, eigen beeldtaal; al haar werken zijn opgebouwd uit glazen bellen die zij zelf blaast. Zo gebruikt zij de oervorm van het glasblazen, de bel, als basis voor al haar werk. Bijzonder is dat zij als kunstenaar dus ook zélf glas blaast.
Speciaal voor deze tentoonstelling maakt ze een nieuw werk, geïnspireerd op de Rorschach test. Deze psychologische test werd in 1921 geïntroduceerd door psychiater en psychoanalyticus Hermann Rorschach (1884-1922). De test bestaat uit tien platen die zijn gemaakt door een papier met inktvlekken dubbel te vouwen, waardoor er een symmetrische en abstracte afbeelding ontstaat. Volgens Rorschach zou, op basis van wat men in de inktvlekken ziet, een psychologische diagnose gesteld kunnen worden. Van Zandwijk maakt met glas een eigen versie van de Rorschach platen. Hiermee wil ze bevragen welk aandeel de museumbezoeker heeft in de interpretatie van haar werk. Want hoewel zij herkent dat mensen graag iets in haar glazen bellen willen zien, legt zij hier niet altijd zelf betekenis in; haar bellen kunnen ook zonder duidelijke voorstelling of functie zijn. Met haar glazen Rorschach interpretatie vraagt ze bezoekers nu juist expliciet wat zij zien.
Beeld: Scheidsrechterstoel