Ga op avontuur en kom naar de veelzijdige tentoonstelling ‘Op reis’.
In een speels overzicht beleef je hoe reizigers vroeger met een trekschuit het land doorkruisten. De wegen waren nog zo slecht dat vervoer over het water sterk de voorkeur genoot. Wilde je van Harlingen naar Amsterdam, dan nam je een beurtschip waarmee je over de Zuiderzee werd gebracht. Vandaar kon je verder naar Leiden, Den Haag of Rotterdam. Zo’n reis duurde al gauw een paar dagen.
Rond 1800 reisde men ook wel per koets. Mooie reisverslagen uit de Harlinger familie Hannema geven een goed inkijkje in hoe het eraan toeging. Ze overnachtten in logementen met bijzondere namen als ’t Swijnshoofd, het Klein Schippershuijs of Rust Rijk, waar ze ook konden ontbijten en dineren. Familiebezoek was vaak de aanleiding om op pad te gaan. In de negentiende eeuw kwamen de spoor- en tramwegen op en veranderde de mobiliteit. Oude dienstregelingen en tramkaartjes nemen je mee naar vervlogen tijden.
Welgestelde jongemannen gingen op een Grand Tour naar Frankrijk of liever nog naar Italië – een reis van een aantal maanden om levenservaring op te doen. Ook schilders lieten zich graag inspireren door het zuidelijke licht, zoals Nicolaas Berchem II, van wie een schilderij te zien is.
Bij reizen hoort ook tegenslag, denk maar aan schipbreuk, wagenziekte, blaren op de voeten of diefstal Gelukkig gaat het meestal goed…
Uiteraard komen ook de vele duizenden eilandgangers aan bod die vanuit Harlingen met de veerboot naar Terschelling en Vlieland gaan.
Dit, en nog veel meer is te zien in deze tentoonstelling, aan de hand van onder andere schilderijen, prenten en foto’s, (zeemans)souvenirs, hutkoffers, een bavelaar en buitenlands geld. Dus trek eropuit en kom naar het Hannemahuis.