In de achttiende eeuw liet de Zeeuwse elite zich graag en veel portretteren. De oogst van nog bekende portretten uit die periode is dan ook zeer groot. Families als Boddaert, Van Citters, Hurgronje (later Snouck Hurgronje), Van der Mandere, Ockersse, Radermacher, Schorer en Steengracht behoren tot de opdrachtgevers van die portretten. Tot het laatste kwart van de achttiende eeuw waren er echter bijna geen lokale portrettisten die de markt bedienden. Een enkele kunstenaar als Dirk Vlietlandt vervulde in de jaren 1720 wat portretopdrachten, maar het waren vooral kunstschilders als Philip van Dijk uit Den Haag, Jan Palthe uit Leiden, de Duitser Jean Appelius en Aert Schouman uit Den Haag die naar Zeeland trokken om voor kortere of langere tijd de Zeeuwen op doek of paneel vast te leggen. Pas in het laatste kwart van de achttiende eeuw komen ook lokale portrettisten in beeld als Jan Pieter Bourjé, Jacob Perkois en Thomas Gaal op.
In de expositie en de begeleidende publicatie van de hand van gastconservator drs. Jim van der Meer Mohr (Tussen Kunst en Kitsch) zal er voor het eerst een goed overzicht worden gegeven van de portretschilders die in de achttiende eeuw in Zeeland actief waren en de Zeeuwen zie ze hebben uitgebeeld.
De begeleidende foto is een uitsnede van Philip van Dijk, Familieportret van Nicolaas Steengracht en Anna Maria Spiering met Johan, Cecilia Maria en Adriaan (1733), collectie Kasteel Duivenvoorde inv. nr. DVS00048