9 december 2025
Vorige week overleed de Amerikaanse architect Frank Gehry (1929-2025). Met zijn grillige bouwstijl drukte Gehry een belangrijk stempel op het uiterlijk van hedendaagse musea. Hij maakte er zelfs steden wereldberoemd mee. Een overzicht van zijn meest iconische musea.

Frank Gehry werd in 1929 geboren in Toronto, Canada, als Frank Owen Goldberg, een kind van Joodse immigranten. Hij studeerde architectuur aan de University of Southern California in Los Angeles en veranderde later zijn naam in Frank Gehry.
In de jaren 1980 maakte hij naam met iconische gebouwen die alle traditionele regels van de architectuur doorbreken: regels over schoonheid, over hoe materialen worden gebruikt en zelfs natuurkundige regels over zwaartekracht. Hij had een voorliefde voor glanzend metaal en hightech kunststoffen.
Als architect was Gehry beïnvloed door het deconstructivisme, waarbij gebouwen worden opgebouwd uit losse elementen. Bij Gehry vertaalde dat zich in gevels in gestapelde geometrische vormen, alsof zijn ontwerp als maquette op de grond kapot was gevallen en vervolgens in de verkeerde volgorde weer aan elkaar was geplakt. In 1989 won hij de Pritzker Prize, ook wel de Nobelprijs voor architectuur genoemd.
Toch was zijn expressieve architectuur niet onomstreden. Zo zou hij spektakelarchitectuur maken en zich voegen naar de megalomane wensen van het grootkapitaal. Maar zijn gebouwen zijn geliefd over de hele wereld. Ook drukte hij een belangrijk stempel op het aanzien van hedendaagse musea. Van klassieke gebouwen die in dienst staan van kunst, ontpopten de musea van Gehry zich tot een kunstwerk op zich. Niet wat er in het museum te zien is, maar het gebouw zelf is de voornaamste attractie.
De invloed van Frank Gehry strekt zelfs uit tot na zijn dood. In 2026 opent – na een bouwtijd van twintig jaar – zijn Guggenheim Museum in Abu Dhabi.
DE BELANGRIJKSTE MUSEA VAN FRANK GEHRY:
Vitra Design Museum, Weil am Rhein (1989)
Als Gehry eind jaren 1980 de opdracht krijgt om het nieuwe Design Museum voor meubelfabrikant Vitra te ontwerpen, is hij in de VS al een grote naam. Met dit eerste gebouw in Europa geeft hij meteen een krachtig visitekaartje af. Het betonnen gebouw lijkt nog het meest op een origamicreatie. Van binnen biedt het door zijn gefragmenteerde plattegrond spannende doorkijkjes tussen de verschillende tentoonstellingszalen. Gehry heeft afgerekend met het museum als een verzameling vierkante dozen.

Guggenheim Museum, Bilbao (1992)
In 1992 is Bilbao een grijze industriestad in een Baskische uithoek van Spanje. In 1993 ziet de wereld een stad vol allure en flair – en dat allemaal dankzij het met titanium beklede Guggenheim Museum. In fel daglicht schittert het gebouw als een diamant; in de rode avondzon lijkt het op een sfeervolle lampion. Het enorme succes van het Guggenheim trekt bezoekers van over de hele wereld en geeft de stad een grote economische boost. Dit wordt bekend als het ‘Bilbao-effect’. Musea over de hele wereld willen ook een Gehry om hun imago op te vijzelen.

Fondation Louis Vuitton, Parijs (2014)
Met een bouwsom van 126 miljoen euro is de Fondation Louis Vuitton in Parijs het duurste en meest prestigieuze museum van Gehry. Het gebouw oogt als een reusachtig zeilschip met twaalf opbollende zeilen. De gevel bestaat uit meer dan tienduizend semitransparante raamdelen, waarvan er geen één hetzelfde is. Achter de spectaculaire façade ligt een traditionele stapeling van betonnen volumes. Het museumgebouw in opdracht van het bekende luxemerk wordt dan ook wisselend ontvangen. Is het Gehry-trucje uitgewerkt?

LUMA, Arles (2021)
Als Maja Hoffmann, de steenrijke erfgenaam van het Zwitserse chemieconcern Roche, een privémuseum laat bouwen voor de kunstcollectie van de familie, is het niet meer dan logisch dat ze Gehry vraagt. Hij kan met een visueel gebaar een museum op de kaart zetten, zo is inmiddels algemeen bekend. Gehry ontwerpt een 56 meter hoge toren voor het museum LUMA in het Zuid-Franse Arles, die nog het meest lijkt op een reusachtige bijenkorf. Al zegt Gehry zich te hebben laten inspireren door het schilderij De sterrennacht van Vincent van Gogh uit 1889. De roestvrijstalen blokken verwijzen naar de ruige rotsformaties van de nabijgelegen heuvels, die terugkomen in het werk van Cézanne. Wederom levert Gehry een spraakmakend museumgebouw af.

