6 augustus 2025

Het werk van Kishio Suga (1944) kenmerkt zich door het gebruik van onbewerkte materialen die op monumentale wijze worden geschikt. Hij is een sleutelfiguur in de Mono-ha, een Japanse kunstbeweging die in de jaren 1960 ontstond. De naam betekent letterlijk ‘School der dingen’ en verheft ruwe materialen tot kunst. Bijna net zo belangrijk als de objecten zelf is de ruimte eromheen, waarmee de installaties altijd in relatie staan. Ook in Suga’s werk is de relatie met de omgeving een centraal thema.

Evenwicht
In de installatie Continuous existence–A (1977/2025) staan grote takken tegen de muur opgesteld, met dun touw dat zorgvuldig over hun uiteinden is gebalanceerd. De onderdelen raken elkaar slechts op enkele punten. Het resultaat is een serene installatie, die tegelijkertijd spanning oproept: met één stoot zou het precaire evenwicht verloren gaan.
Ook Contorted positioning (1982/2025) draait om balans en afhankelijkheid. Houten balken liggen in een ogenschijnlijk willekeurig zigzagpatroon op de vloer. Van willekeur is echter geen sprake. Bij elke knik ligt een klein stokje, wat het verloop van de balken bepaalt. Niets in dit werk is vastgelijmd. Het kunstwerk is monumentaal in zijn ruwe eenvoud.
De grote ruimte waarin deze werken zijn tentoongesteld, is indrukwekkend. Normaliter zijn vrijwel alle dakramen in de zaal afgeschermd om lichtschade aan fragiele kunstwerken te voorkomen. Maar de architectuur van Wim Quist komt pas echt tot zijn recht in het volle daglicht. Het werk Standing (1969/2025) staat voor een reeks plafondhoge ramen. Een glazen plaat leunt tegen een houten paneel, en vier stenen houden het geheel in balans. Door het glas kijk je naar buiten, terwijl het tegelijkertijd de ruimte reflecteert.

Tijdelijkheid en context
Elke keer dat een installatie van Suga wordt tentoongesteld, wordt deze opnieuw opgebouwd met lokale materialen. Voor deze tentoonstelling zijn takken verzameld in het nabijgelegen Amsterdamse Bos. De houten balken zijn aangekocht bij plaatselijke zagerijen en de stenen zijn gehuurd. Na afloop van de tentoonstelling keren de materialen terug naar de natuur of worden ze verkocht. Door het gebruik van lokale, onbewerkte materialen ontstaat een sterke verbondenheid met de omgeving. Die tijdelijke kwaliteit gaat nog verder: Suga staat ook bekend om zijn performancekunst, die hij ‘activaties’ noemt. Op de begane grond zijn videoregistraties van deze activaties te zien. Daarnaast worden er oude foto’s en notitieboeken van de kunstenaar getoond, waarin de concepten voor zijn vroege installaties zijn uitgewerkt.
Dat alles toont hoe relevant zijn kunst nog steeds is, van de gespannen jaren zestig tot nu. Suga’s installaties, opgebouwd uit banale materialen, beheersen de ruimte nog altijd met grote kracht. Tijdelijkheid verandert hier in tijdloosheid.
