Museum De Wieger is gevestigd in de monumentale praktijkwoning van Hendrik Wiegersma (1891-1969): een markante huisarts die zich onder invloed van kunstenaar Otto van Rees op het schilderen toelegt. Met zijn expressionistische werken heeft hij al gauw succes. In april 1928 vindt een eerste solotentoonstelling plaats in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Via Van Rees komt Wiegersma in contact met kunstenaars zoals Ossip Zadkine, Valentine Prax, Piet en Mathieu Wiegman en Constant Permeke. Rond 1930 is het in De Wieger een komen en gaan van kunstenaars en intellectuelen. Wiegersma koopt veel werk van zijn kunstenaarsvrienden aan en legt zo de basis voor de collectie van De Wieger.
In De Wieger zijn altijd topstukken uit de collectie te zien. Daarnaast vinden wisseltentoonstellingen plaats. Rondom De Wieger ligt Het tuinpad van mijn vader. Hier staan de hoge bomen waar Wim Sonneveld over zingt in Het Dorp. De tekst van het lied is geschreven door Friso Wiegersma, de levenspartner van Wim Sonneveld en een van de vijf zoons van Hendrik en zijn vrouw Nel.