De catastrofe van de Eerste Wereldoorlog en het einde van het Duitse Rijk markeerden de overgang naar een fase die werd gekenmerkt door grote politieke onrust, inflatie en klassenstrijd. In de kunst ontstond de post-expressionistische beweging van de Nieuwe Zakelijkheid, waarvan de benadering werd gekenmerkt door een nuchtere, objectievere behandeling van de weergave van de wereld der dingen. Kritische standpunten bekritiseerden de grieven van die tijd en weerspiegelden de sociale ongelijkheid. De blik van de kunstenaars die op een expressionistische manier bleven werken werd ook donkerder en becommentarieerde de tijd op een bijtende manier. Constructivistische tendensen daarentegen probeerden verschillen tussen naties te overwinnen door middel van de universele taal van abstractie en gebruikten deze picturale utopie om politieke ideologieën tegen te gaan. De tentoonstelling richt zich echter niet alleen op de jaren 1920 als beslissend moment op weg naar het fascisme, maar slaat als tweeledige tentoonstelling ook een brug naar de huidige omwentelingen en onrust van de 21e eeuw. Aan de ene kant zal het parallellisme van de gebeurtenissen duidelijk worden, terwijl aan de andere kant de historische afstand van de jaren 1920 bezoekers een duidelijker en scherper beeld zal geven van de grote uitdagingen van onze tijd.