22 december 2025

Met ‘Hotspot Leipzig’ pronkt het Drents museum met zijn collectie nieuwe schilderkunst uit Leipzig. Toch valt de  tentoonstelling tegen. Het blijft zelfs de vraag: bestaat er wel een Neue Leipziger Schule?

Zaaloverzicht 'Hotspot Leipzig', foto: Sake Elzinga

‘Hotspot Leipzig’ is een passende naam voor een tentoonstelling in het Drents Museum over recente kunst uit Leipzig. Want de stad in het oosten van Duitsland was en is nog steeds een centrum voor schilderkunst, met name rond de Leipziger Baumwollspinnerei, sinds 2005 bekend als die Spinnerei.

Na de sluiting na de Duitse eenwording werd de fabriek overgenomen door kunstenaars en andere creatievelingen die vaak gestudeerd hadden aan de Leipziger kunstacademie. Een opleiding waar kunstenaars als Werner Tübke en Wolfgang Mattheuer in de DDR-tijd realistische schilderkunst onderwezen. In de Spinnerei hebben Neo Rauch en Rosa Loy, het kunstenaarsechtpaar dat wereldwijd het visitekaartje is voor de zogenoemde Neue Leipziger Schule, sinds 1994 een atelier.

Het Drents museum toonde sinds 2009 regelmatig werk van een of meer Leipziger kunstenaars. Vorig jaar kon het museum eindelijk een werk van Neo Rauch aankopen, het schilderij Das Dreibein uit 2024. Nu zijn tot 5 april zo’n vijftig schilderijen uit de collectie te zien in de Abdijzaal en de Kloosterzaal.

 

Neo Rauch, ‘Das Dreibein’ (links), foto: Sake Elzinga

Metershoge doeken
Meteen naast de introductietekst hangt het werk van Neo Rauch. Dat is weliswaar een prominente plek, maar het schilderij van 50 bij 40 centimenter verdrinkt in de ruimte naast het grote tekstbord. Zeker voor wie de metersgrote doeken van Rauch gewend is, lijkt dit eerder een voorstudie. Daar komt bij dat er in de tentoonstelling geen toelichting wordt gegeven op dit schilderij, noch op de andere werken.

Dankzij een video waarin Tupan vertelt over zijn passie voor de schilderkunst uit Leipzig kom je als bezoeker nog wel iets te weten over de achtergrondgeschiedenis van de Spinnerei. Zo vertelt hij dat er niet zoiets bestaat als een ‘Neue Leipziger Schule-stijl’: de kunstenaars hebben weliswaar aan dezelfde academie gestudeerd, maar kozen ieder hun eigen richting. Details daarover zijn in de catalogus te lezen – waarin bovendien alle tachtig werken getoond van het museum.

Zaaloverzicht 'Hotspot Leipzig', foto: Sake Elzinga

Theatrale mensfiguren
In het museum kregen de schilderijen alleen een naambordje en ontbreekt verdere toelichting over de kunstenaars. Dit is dus meer een greep uit de collectie dan een zelfstandige tentoonstelling die de Neuwe Lepiziger Schule duidt en uitdiept. Dat is jammer, want zo blijft de ‘Hot spot’ en het grotere perspectief wat op de achtergrond.

Al kan de bezoeker door goed te kijken zelf dwarsverbanden ontdekken. Christoph Ruckhäberle (1972) maakt bijvoorbeeld een veelkleurige enscenering met theatrale mensfiguren, die in de verte doen denken aan de surrealistische situaties van Rauch (1960) en Loy (1958). David Schnell (1971) heeft net als Dorothee Liebscher (1987) gekozen voor een veel gefragmenteerdere verbeelding van de werkelijkheid: het zijn landschappen die zijn opgebouwd uit geschilderde lijnen. Of het gaat om de suggestie van een daadwerkelijk landschap of om een plat schilderij, laten de kunstenaars aan de toeschouwer. Er is een intrigerend pop-art-achtig schilderij waarop vrouwen pijpen roken, geschilderd door Malte Masemann (1979), een oud-leerling van Rauch die vaker vrouwen in historische omgevingen een prominente rol geeft.

Ondertussen kijken vanaf een kleine muur de kunstenaars in vijf zelfportretten de bezoekers indringend aan. Hun stilzwijgende boodschap: wie hen echt wil leren kennen, kan het beste naar Leipzig gaan.