23 mei 2022
Tijdens een uitverkochte lezing in Museum Henriette Polak sprak conservator Lian Jeurissen over ‘De zomer van Jeanne’. Freule Jeanne Bieruma Oosting, ‘Biertje’ voor vrienden, was eigengereid en liet een enorm oeuvre na.
“Het is geen bezigheid, geen bedrevenheid – het is een bezetenheid. Je bent er altijd mee bezig, verveelt je nooit, het is mijn adem.” Zo beschreef Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994) haar relatie tot kunst. Het resultaat van deze obsessie was een omvangrijk en zeer uiteenlopend oeuvre dat gekenmerkt wordt door gedrevenheid en experiment. Op dinsdag 10 mei gaf conservator Lian Jeurissen van Museum Henriëtte Polak in Zutphen speciaal voor lezers van Museumtijdschrift een lezing over deze gepassioneerde en bovenal leergierige kunstenaar. Aan de hand van de biografie ‘Geen tijd verliezen’ van Jolande Withuis en de tentoonstelling met dezelfde naam in Museum Henriëtte Polak nam zij ons mee door Jeannes leven en werk.
Al op jonge leeftijd ontdekte Bieruma Oosting een talent voor kunst, vertelt Jeurissen. Op landgoed De Cloese in de Achterhoek, waar ze het grootste deel van haar jeugd woonde, vulde Bieruma Oosting haar schetsboeken met waarnemingen in en om het huis. Familieleden en personeel, insecten in de tuin en interieuronderdelen prijken op de pagina’s die Jeurissen laat zien. Dit vastleggen van de alledaagse werkelijkheid zou later een rode draad vormen binnen haar werk.
Parijs
Ze groeide op in een conservatief en welgesteld gezin, maar de jonge Jeanne voelde niets voor het pad dat ze in dit milieu geacht werd te volgen. In plaats van te trouwen en kinderen te krijgen, wilde ze haar leven wijden aan de kunst. Jeurissen beschrijft hoe ze door de jaren heen haar onderwijs bij elkaar ‘sprokkelde’ door – na veel aandringen bij haar ouders – af en toe lessen te volgen bij verschillende docenten en scholen. Zo deed ze ervaring op in verschillende technieken, variërend van schilderen tot grafiek. Maar Bieruma Oosting wilde méér leren: ze wilde naar Parijs, het bruisende centrum van kunst en cultuur.
In 1929 besloot ze de sprong te wagen en verhuisde ze naar de Franse hoofdstad. In Parijs bezocht ze talloze musea en nam ze alles wat ze daar zag in zich op. Werken van moderne Franse meesters als Picasso en Braque maakten diepe indruk op haar en ze liet zich hier graag door inspireren. Zo toont Jeurissen een aanzicht van een Parijse banlieue in opvallend rijke tinten groen die doen denken aan de schilderijen van Cézanne.
Heel anders zijn de minstens veertien series grafiek die Bieruma Oosting eveneens in deze Parijse periode maakte. Deze prenten, waarin macabere figuren de hoofdrol spelen, zijn aanmerkelijk duisterder dan wat Jeurissen tot nu toe heeft laten zien. De kunstenaar bewijst hiermee dat ze niet alleen zeer bedreven is in het vastleggen van de werkelijkheid, maar ook een beklemmende fantasiewereld in beeld weet te vangen.
Aangrijpende litho’s
Na elf jaar verruilde Bieruma Oosting de Franse hoofdstad voor de onze. In de oorlog maakte zij met name portretten van vrienden en kennissen, aldus Jeurissen. Doordat ze zich niet bij de Kulturkammer had aangesloten, waren er namelijk weinig andere mogelijkheden om te werken als kunstenaar. In de jaren ’50 kreeg zij enkele bijzondere opdrachten. Zo was Bieruma Oosting één van de twee kunstenaars die voor Het Parool getekend verslag mocht doen van de Watersnoodramp, wat resulteerde in een serie aangrijpende litho’s. In haar latere leven schilderde ze met name huiselijke stillevens. Ze woonde afwisselend in Amsterdam en in het Gelderse Almen, waar ze onder andere bloemen, uitzichten en haar interieur vastlegde. Ze voelde zich thuis in zowel de stad als op het platteland – overal waar ze haar schildersspullen had.
Vooroordelen en obstakels
Binnen de samenleving, daarentegen, was het voor Bieruma Oosting altijd een stuk moeilijker geweest om haar plek te vinden. Jeurissen beschrijft hoe de kunstenaar haar leven lang tegen vooroordelen en obstakels aanliep. Zowel vanuit huis als vanuit haar omgeving hoorde ze dat haar ongehuwde, ongebonden kunstenaarsleven niet paste bij een vrouw uit haar milieu. Ook binnen de kunstwereld kreeg zij kritiek: recensenten noemden haar werk ‘te mannelijk’, maar haar latere bloem- en interieurstillevens zouden juist ‘typisch vrouwelijk’ zijn. Bieruma Oosting voldeed nooit aan het ideale beeld van haar omgeving, maar hier trok zij zich niets van aan.
Haar levensloop en oeuvre zoals Lian Jeurissen uiteenzet, zijn in de tentoonstelling ‘Geen tijd verliezen’ te zien aan de hand van een selectie werken, foto’s en egodocumenten. De expositie maakt deel uit van een samenwerking tussen Museum Henriëtte Polak, Museum Staal te Almen, Museum Belvédère in Heerenveen, Nobilis Centrum voor Prentkunst in Fochteloo en Museum Maassluis. Onder de noemer ‘De zomer van Jeanne’ wijden deze vijf instellingen de komende maanden tentoonstellingen en activiteiten aan de kunstenaar, en dat is maar goed ook – haar enorme repertoire is namelijk niet in één expositie te vangen.
Credits:
– De zomer van Jeanne, ‘Geen tijd verliezen, Jeanne Bieruma Oosting 1898-1994’, t/m 21 augustus in Museum Henriette Polak, ’s-Gravenhof 4, Zutphen, museazutphen.nl en andere musea
– Jolande Withuis, ‘Geen tijd verliezen, Jeanne Bieruma Oosting 1898-1994’, De Bezige Bij, € 39,99
– Voor de jaarlijkse Jeanne Oosting Prijs voor figuratieve schilderkunst, zie jeanneoostingstichting.nl
Hoofdbeeld: Jeanne Bieruma Oosting, ‘Stilleven met zee-egels’, reliëfets, collectie Museum Henriette Polak