8 oktober 2025

In het Stedelijk Museum Schiedam nodigt de tentoonstelling ‘Missen als een ronde vorm – De kunst van het doorleven’ uit om rouw, gemis en liefde in al hun schakeringen te delen. Terwijl we voor het leven talloze rituelen kennen, blijft de dood vaak toegedekt.

Ayşen Kaptanoğlu, ‘The cruelest month’, 2020
Ayşen Kaptanoğlu, ‘The cruelest month’, 2020

Gastcurator Hanne Hagenaars publiceerde in 2023 het gelijknamige boek en opent met deze tentoonstelling opnieuw het gesprek over verlies en doorleven. In de zalen ontvouwt dat gesprek over verlies en doorleven zich als een tapijt van persoonlijke verhalen, gesponnen uit kleurrijke schilderijen, tekeningen, foto’s, installaties en textiel. Ze tonen hoe de ziel na het overlijden het lichaam verlaat en zich naar een ander domein beweegt; hoe rouw zich in ons nestelt en hoe herinneringen als linten aan ons blijven vastzitten. En de eigenaardigheden en energie van onze geliefden, waarmee de band een leven lang blijft schitteren.

Doina Kraal, ‘The Survival of the faintest’, 2009, foto: Peter Cox
Doina Kraal, ‘The Survival of the faintest’, 2009, foto: Peter Cox

Ademtocht in alle vormen
In het tweeluik The cruelest month (2020) van Ayşen Kaptanoğlu (1985) zindert een uitbundige bloesem boven een bed. Daarop ligt een overleden geliefde, asgrauw, omringd door kleurrijke figuren. Op het rechter paneel vliegen vogels opwaarts. De dood is hier net geweest, en het leven beweegt alweer verder.

Eva Spierenburg (1981) maakte in Documenting the body (2020-21) dagboektekeningen na het overlijden van haar vader. In fijne lijnen vangt ze lijflijke gewaarwordingen die raken aan het mentale domein: een steen in een keel, een hals als een geknakt vogelnekje. Diep persoonlijk en tegelijk universeel. Een ademtocht in alle vormen.

Odonchimeg Davaadorj (1990) tekent in rode lijnen een vrouw met een kind in haar schoot, waaruit een tweede opbloeit. Hun ogen nog gesloten, takjes groeien uit hun zij. Alle levens vervlochten in een natuur die, als een ouroboros – een slang die in zijn eigen staart bijt – blijft doorvloeien.

Teresa Margolles, ‘Tela Bordada São Paulo’ (videostill), 2019
Teresa Margolles, ‘Tela Bordada São Paulo’ (videostill), 2019

Ieder leven verbonden
In de film Tela bordada São Paulo van Teresa Margolles (1963) borduren Braziliaanse transvrouwen terwijl ze spreken over de vermoorde transvrouwen die zij missen. Ze stellen de vraag die deze en de volgende twee verhalen uit de tentoonstelling met elkaar verbindt: Waarom wens je mij dood?

Doina Kral (1980) hangt de spullen van haar Joodse oma zorgvuldig aan draden: een salonkastje, vliegenmepper, geborduurde bloemetjes en een geribbeld cakepapiertje. Een verweerd regenkapje, zichtbaar vaak verfrommeld en gedragen op een hoofd vol zorgen. Zo hangt er ook een notitie tussen waarin haar oma schrijft dat iemand niet langer voor haar mag werken omdat zij Joods is. In deze constellatie rijst de vraag: als je bestaan door uitwissen wordt bedreigd, hoe houd je dan aan het leven vast?

De Palestijnse grootouders van Susanne Khalil Yusef (1984) vluchtten tijdens de Nakba. Haar werk Yusef boys (2023) bestaat uit drie keramieken hoofden, waarvan de gezichtstrekken zijn gebaseerd op die van Palestijnse jongens die door het Israëlische leger zijn vermoord. Twee zijn kleurrijk en met bloemen; één ligt grauw en leeg op de grond.

Susanne Khalil Yusef, ‘Yusef boys’, 2022
Susanne Khalil Yusef, ‘Yusef boys’, 2022

Doorleven
De vader van Aimée Zito Lema (1982) vluchtte tijdens de Argentijnse militaire dictatuur. In Un cuerpo al que volver (A body to come back to) (2024) toont ze röntgenfoto’s van de jas van haar vader, die zij na zijn overlijden vaak droeg. De foto’s leggen de plooien bloot die het door haar geliefde lijf ooit omsloten.

Alles staat op scherp in de kamer die er tegelijk wel en niet is. Marenne Welten (1959) schildert al twintig jaar de woonkamer waarin ze als klein kind hoorde dat haar vader was overleden. Dat moment klinkt nog elke dag door, en in haar schilderijen zie je hoe die klank blijft veranderen van vorm en kleur.

In de foto’s van Dirk Braeckman (1958) is bijna alle kleur weggetrokken. In het boek Missen als een ronde vorm vertelt de kunstenaar aan Hagenaars dat hij als kind doodgeboren werd en door de dokter werd gereanimeerd. Deze ervaring zit in hem opgeslagen, net als het plotselinge verlies van zijn dierbare vriend, jaren later. De kunstenaar ontwikkelde hierdoor een liefde voor de tussenruimte, waar de energie van mensen nog altijd rondzingt.

Ontroerend is het liefdevolle, frivole textiele werk Voor Martha (2021), dat Hanne Hagenaars maakte voor haar dochter, die maar één dag leefde. Het hangt bescheiden achter in een zaal, maar straalt onmiskenbaar teder. Een pasgeboren kindje, naakt, met een halo van heldere kleuren, broches, parels en knoopjes – die samen een liefkozende band bezegelen

Hanne Hagenaars, ‘Voor Martha’, 2021
Hanne Hagenaars, ‘Voor Martha’, 2021

Hoever onze liefde reikt
De tentoonstelling geeft talrijke perspectieven, verhalen, rituelen, vragen en wereldbeelden alle rust om te ademen. Opvallend afwezig is het werk van Maria Roosen (1957), die in haar oeuvre soms letterlijk ronde vormen van haar gemis maakte. Misschien omdat haar werk dit najaar te zien zal zijn in een andere tentoonstelling in hetzelfde museum?

Wat de tentoonstelling pijnlijk prachtig maakt, is dat ze ook kritisch naar het heden kijkt, waarin het leven zelf dagelijks door de dood wordt bedreigd. Afgelopen zondag kwamen ruim 250.000 mensen uit alle lagen, generaties en religies van de samenleving samen voor een protest tegen het Israël-standpunt van het kabinet. In een indrukwekkende, haast rituele optocht werden de dood, het verdriet, de boosheid, de hoop, de liefde en de oproep tot het leven zelf gedragen.

Het bevestigt wat in deze tentoonstelling sterk voelbaar is: iets wat intens onmachtig voelt, maar tegelijkertijd diep troostend is. Dat rouw zich niet strikt in zwart hult of beperkt blijft tot onze eigen sociale kring, maar ons ook in scharlakenrood en andere gedaanten bereikt. Het toont het belang van samenkomen en het delen van onze gevoelens – over het onbevattelijke en kwetsbare dat ieder leven verbindt, van het prilste leven ver weg tot de oude zielen hier, en over de vraag hoe ver we onze liefde ondanks alles kunnen laten reiken.

Lees ook het artikel over ‘Missen als een ronde vorm – De kunst van het doorleven’ door filosoof en cultuurjournalist Myrthe Meester in Museumtijdschrift nr. 7/2025