28 oktober 2025
Japanse ama-duikers doken eeuwenlang op één ademteug naar parels, zeewier en schelpdieren. Tussen 1955 en 1985 fotografeerde parelhandelaar Kusukazu Uraguchi in zijn geboortestreek Shima hun feeërieke onderwaterwereld. Tachtig zwart-witfoto’s zijn nu in Huis Marseille in Amsterdam te zien.
Begin het bekijken van de tentoonstelling in het souterrain, waar een nagebouwde amagoya staat – een golfplaten vissershut. Een video toont abstracte natuurbeelden met als geluidsdecor zeewind, branding, raadselachtig geblub en gefluister, onderbroken door een snerpend vissersfluitje. Op een foto van Kusukazu Uraguchi (1922-88) zie je hoe duiksters, van vijftien tot vijfenzeventig jaar, zich na hun werk in zo’n hut bij het vuur opwarmen en theedrinken. Ze praten na, lachen om schunnige praatjes – volgens antropologen die hun gemeenschap bestudeerden.
Het duiken verliep aldus. In onflatteuze witte katoenen pakken, met een visnetje en verzwarende funado-gordel om, sprongen de ama ondersteboven kopje-onder, vanaf een boot de zee in. Terwijl ze hun adem een paar minuten inhielden, doken de pezige vrouwen gemiddeld vierentwintig meter diep. Op de bodem sneden ze wier af en hengelden eetbare zeewezens hun netje in. Terug aan de oppervlakte kiepten ze de vangst in dobberende vaatjes. Parelduiksters, maar dan naakt en intiem verstrengeld met inktvissen, spraken al eeuwen tot de erotische verbeelding van dichters en houtsnedemakers als Hokusai. Maar aan de foto’s die Kusukazu Uraguchi van ama maakte is weinig dubbelzinnigs. Respectvol trof hij de motoriek van de zwemsters op zijn foto’s, voor de expositie in Huis Marseille veelal op A4-formaat afgedrukt.
Zeeschemer
Hoewel gedreven en vakkundig, was Uraguchi geen beroepsfotograaf, maar groothandelaar in parels en sieraden. Zijn strandfoto’s met Shinto-vieringen en sfeeropnames op het eiland Sugashima ogen nog traditioneel volkenkundig. In 1963 opende de betaalbare Nikonos-onderwatercamera voor hem een nieuw territorium: de onderzeewereld van de streek en de duizenden nog actieve ama.
Ondanks zijn beperkte duikervaring volgde Uraguchi met zijn camera de ama tot zo’n tien meter diep de zeeschemer in. Binnen fracties van seconden gokte hij op mooi licht, focus en timing – klik – en zwom dan – hup – terug opwaarts en hapte naar adem. In een serie zweven bleekwitte ama’s met gekromde, gespierde voeten gracieus in een donker vlak. De willekeurig aangesneden composities maken de onderwaterscènes intens en expressief, ook omdat die niet in kleur zijn maar in contrastrijk zwart-wit.
Zachtaardig beelddichter
Aan wal portretteerde hij Kyoko, een jonge duiker uit zijn dorp. Gedachteloos kamt de tiener haar natte, zwarte, slierterige haar; reepjes zeewier drogen aan haar voeten. Uraguchi’s aanwezigheid als enige man in het vrouwengezelschap werd zo vanzelfsprekend dat niemand hem meer opmerkte. Dit verhoogde het realisme in zijn werk. Van de populaire, rauwe, grofkorrelige Japanse persfotostijl uit de jaren zestig (waarvan voorbeelden in het tuinhuis) hield hij als zachtaardig beelddichter duidelijk niet.
Tijdens zijn leven exposeerde de Amsterdamse Olympus Gallery Uraguchi’s werk al eens, maar pas recent dook conservator Sonia Voss zijn omvangrijke archief op. Via een in eigen beheer uitgegeven catalogus ontdekte zij bij Uraguchi’s zoon tienduizenden negatieven. Daaruit selecteerde Voss tachtig foto’s voor de fotomanifestatie in Arles en deze sprookjesachtige tentoonstelling in Huis Marseille.