6 juni 2025

Museum Van Loon in Amsterdam toont acht schilderijen van Kehinde Wiley, de Amerikaanse kunstenaar die wordt gecancelled vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat maakt zijn solotentoonstelling, waarin alles draait om wie macht heeft en wie niet, problematisch. Kun je ‘Flourish’ nog wel met goed fatsoen bezoeken?

Kehinde Wiley in Museum van Loon, foto: Thijs Wolzak

Koloniale familie

Het was natuurlijk een briljant idee van Museum Van Loon in Amsterdam om de Amerikaanse schilder Kehinde Wiley (1977) te vragen om een achttal portretten te maken. Het huismuseum aan de Keizersgracht heeft diepe sporen in het slavernijverleden. Met de wereldberoemde Wiley, die op zijn kleurrijke doeken zwarte mensen afbeeldt als vorsten, kon het museum een verzoenende brug slaan naar het heden. Maar inmiddels is deze expositie uitgelopen op een heuse kunstrel.

Museum Van Loon dankt zijn naam aan de familie Van Loon, die het pand sinds 1884 in bezit heeft. Deze regentenfamilie vergaarde haar vermogen met koloniale handel en slavernij. Voorvader Willem van Loon was in 1602 een van de oprichters van de VOC; in de achttiende eeuw was Jan van Loon bewindhebber bij de WIC. In 1974 werd het woonhuis een historisch museum met stijlkamers waarin de imposante verzameling familieportretten hangt, ooit gemaakt om de status van de koloniale stamboom te versterken.

De laatste jaren reflecteert het museum steeds kritischer op de eigen dubieuze geschiedenis.De keuze voor een tentoonstelling van Kehinde Wiley ligt vervolgens voor de hand. De Amerikaanse portretschilder heeft de afgelopen twee decennia een onuitwisbare invloed gehad op de acceptatie van black awareness in het artistieke establishment. Tegen een achtergrond van bloemen – zijn handelsmerk – schildert Wiley zwarte mannen en vrouwen die ogen als adel en machtshebbers. In 2018 mag hij het officiële staatsieportret van president Obama maken. Kortom, niemand die meer geschikt is om het koloniale verleden Museum Van Loon te verbinden met het meerstemmige heden.

Kehinde Wiley, Anna Ruychaver (Guillermo Apinsa), 2025, foto Thijs Wolzak

Trotse Surinamers

Al in coronatijd benadert museumdirecteur Gijs Schunselaar de Amerikaanse fijnschilder voor een tentoonstelling. Wiley zegt toe om acht eigentijdse portretten te maken. Hij reist daarvoor naar Suriname, waar hij zijn modellen vindt door streetcasting. Vervolgens maakt hij manshoge portretten van zwarte (hoofdzakelijk) jongemannen met geboetseerde lijven en een zelfbewuste, viriele uitstraling.

Dus hangen nu alledaagse maar trotse Surinamers fier aan de museummuren. Vandaar die titel ‘Flourish’, wat bloei betekent. Het wordt Wileys eerste solotentoonstelling in Nederland en belooft een spektakel te worden.

Rechtszaak

Maar dan wordt de kunstenaar in 2024 door vier mannen beschuldigd van verkrachting en seksueel geweld. Daarnaast loopt er een rechtszaak tegen hem voor aanranding van een vrouw. Wiley houdt zijn onschuld vol en uit zelfs tegenbeschuldigingen van afpersing. In zijn thuisland hebben diverse grote musea tentoonstellingen van Wiley on hold gezet of zelfs geannuleerd.

Niet Museum Van Loon. Dat rept met zelfs geen woord over de zware beschuldigingen, ook niet over het waarom van die curieuze radiostilte (contracten, imagoschade?). En dat wringt op z’n zachts gezegd, vooral bij een museum dat zegt te willen verzoenen en helen. Het bieden van enige context bij een omstreden tentoonstelling door zo’n museum is dan wel het minste. Bezoekers weten dan bij binnenkomst tenminste dat hier een podium wordt geboden aan een kunstenaar die wordt beschuldigd van zware seksuele misdrijven, niet door één maar door vijf personen.

Kun je ‘Flourish’ dan nog wel met goed fatsoen bezoeken?

Flamboyante swagger

Wel als je vaart op het morele kompas van museumdirecteur Schunselaar, die ‘gelooft in onschuld totdat het tegendeel wordt bewezen’ en geen ‘trial by museum’ wil voeren. Dan valt er ook genoeg te genieten. De schilderijen van Wiley zijn als fleurige paaseieren verstopt in de stijlkamers van het museum. De benepen burgerlijkheid van de patriciërs steekt schril af tegen de flamboyante swagger van de Surinaamse jongemannen. Een contrast dat nog eens is aangezet door het manshoge formaat van Wileys doeken.

De kunstenaar is duidelijk niet over een nacht ijs gegaan en heeft uitgebreide kleur- en compositiestudies gemaakt. De achtergrond van zijn portretten matcht met de interieurs van de Rode of de Blauwe Salon; ook het bloemetjesbehang in de Schaapjeskamer gaat prachtig samen met Wileys florale decoraties. De aanwezigheid van de nazaten van slaafgemaakten in dit met bloedgeld verworven grachtenpand oogt daardoor heel naturel, bijna vanzelfsprekend. Wiley heeft deze verschillende tijdlagen zowel conceptueel als esthetisch ingenieus met elkaar verbonden. Het is genieten, maar wel met het schaamrood op de kaken.

Kehinde Wiley, Cornelis van Loon (Rodanio Pinas), 2025, foto: Thijs Wolzak

Zwarte queer

Maar wie vindt dat een museum dat zegt werelden te willen samenbrengen, zich niet moet inlaten met een kunstenaar met zo’n bevlekt blazoen, heeft op ‘Flourish’ niks te zoeken. Dan wordt deze tentoonstelling niets meer dan een gemiste kans om een urgent en noodzakelijk gesprek te voeren over macht, #metoo en cancelcultuur.

In de minidocumentaire die in Museum Van Loon wordt vertoond, zegt Wiley over zijn streetcasting in Suriname: “Ik vraag aan de mensen die ik interessant vind of ik ze mag schilderen. Meestal zeggen ze nee.” Een uitspraak die in het licht van de beschuldigen van grensoverschrijdend gedrag wel heel wrang klinkt.

Daarbij, de kunst los zien van de kunstenaar is in het geval van Wiley ondoenlijk. De kunstenaar groeide op als zwarte queer in Los Angeles. Ook zijn schilderijen zijn buitenbeentjes. Achter een gelikte façade van bloemen en statige poses schuilt een wereld van ongelijkheid en spanning. Alledaagse zwarte mensen schildert hij in glossy composities die verwijzen naar de portretkunst waarmee de elite werd vereeuwigd. In dit geval zijn dat mensen die Wiley in Suriname van straat plukt en de status geeft van de koloniale onderdrukkers. Wiley benadrukt deze historische link door in de titels van zijn schilderijen te verwijzen naar de namen van geportretteerde Van Loons, wier poses hij leende voor zijn modellen.

Kortom, bij ‘Flourish’ draait alles om wie de macht heeft, en wie niet. Dat maakt het een fascinerende maar ook ongemakkelijke tentoonstelling – alleen niet zoals was bedoeld.

Kehinde Wiley – ‘Flourish’. Museum Van Loon, Amsterdam, t/m 31 augustus

 

Kehinde Wiley in Museum van Loon, foto: Thijs Wolzak