15 oktober 2024

Gedurende een paar Parijse jaren liep Marianne von Werefkin voor op de hele wereld. Maar buiten die ene innovatieve explosie bleef de Russische expressionist avant la lettre achter bij haar tijdgenoten. Dat blijkt uit haar overzichtstentoonstelling in Museum de Fundatie in Zwolle.

Het museum anno 2024 is veel verschillende dingen: van trendwatcher tot buurthuis en niet in de laatste plaats een zelfbewust instituut voor geschiedschrijving. Binnen de witte muren wordt het verleden niet alleen tot leven gewekt maar ook van vraagtekens voorzien. Vanuit welk perspectief wordt het verhaal verteld? Wat ontbreekt? En vooral: wie ontbreekt?
‘Marianne von Werefkin – Pionier van het expressionisme’ is het meest recente hoofdstuk in deze historische herzieningsexercitie. De tentoonstelling in Museum de Fundatie gaat over het begin van de twintigste eeuw, een periode die in de geschiedenisboeken gedomineerd wordt door mannen. Maar de inhaalslag is ingezet. Zo kreeg Meret Oppenheim in 2022-23 een groot retrospectief in het Moma en liet Bozar in Brussel vorig jaar zien dat Dora Maar echt veel meer was dan muze en model van Picasso. Dat Von Werefkins eerherstel plaatsvindt in Zwolle komt doordat de Fundatie als enige museum in Nederland en een van de weinige instellingen buiten Duitsland een werk van haar in de collectie heeft.

Marianne von Werefkin, ‘Zelfportret’, 1893, Collezione Comune di Ascona, Museo Comunale d’Arte Moderna, Ascona, FMW 0-0-1

Russische Rembrandt
Op een aantal plekken in de tentoonstelling hangen reproducties met de boodschap dat het origineel te zien is na 20 oktober. Tot die tijd duurt namelijk ‘Expressionists – Kandinsky, Münter and the Blue Rider’ in het Londense Tate Modern. In die tentoonstelling speelt Von Werefkins een bijrol als gangmaker in de kring van expressionisten die vlak voor de Eerste Wereldoorlog furore maakten in München.
Dat was zeker niet haar eerste wapenfeit. Als tiener had Von Werefkin (1860-1938) al les van de wereldberoemde Ilja Repin (1844-1930) en bleek ze bijzonder getalenteerd. Amper twintig was ze toen ze de bijnaam ‘Russische Rembrandt’ kreeg aangemeten – een beetje overdreven gezien de ‘oké maar niet uitzonderlijk’-kwaliteit van haar realistische portretten. Ze borg haar penselen echter op toen ze in 1886 met haar partner, de schilder Alexej von Jawlensky (1864-1941), naar München trok. Ze richtte zich volledig op het promoten van zijn werk en bleek bijzonder goed te zijn in het organiseren van salons waar kunstenaars, acteurs, schrijvers, filosofen en musici wereldbestormende plannen smeedden.
Een eigen uitlaatklep vond ze in studiereizen naar Italië en Parijs. En vanaf haar verhuizing naar Parijs in 1906 kwam de opgekropte innovatiedrang er ongefilterd uit. Ongeëvenaard zijn haar schilderijen van norse bohemiens aan een cafétafel, een goedgevulde circustent en wandelaars langs een rivier met op de voorgrond een kromme knotwilg die contrasteert met kaarsrechte fabriekspijpen op de achtergrond. Met haar felle, contrasterende kleuren, soms uit het lood hangende perspectieven en bijna schematische composities was Von Werefkin al expressionist voordat kunsthistoricus Herwarth Walden de term bedacht.

Marianne von Werefkin, ‘Brasserie – Biertuin’, 1907, Fondazione Marianne Werefkin, Museo Comunale d’Arte Moderna, Ascona, FMW 0-0-2

Aardige middenmoter
Von Werefkin kreeg echter te maken met de wet van de remmende voorsprong. Na de Parijse jaren keerde ze terug naar Duitsland, waar ze weliswaar aanjager was van Der Blaue Reiter maar als schilder bleef hangen in werk dat veilig en bedaagd is in vergelijking met dat van collega’s. Opmerkelijk is wel haar engagement, dat helemaal tot bloei kwam toen ze naar Zwitserland verhuisde. Ze schilderde arbeiders die als slachtvee de gang naar de fabriek maken en een graatmagere voddenraper tegen het decor van donkerblauwe bergen en een feloranje lucht. In de door mijnbouw aangetaste bergen die zij van grimassende gezichten voorziet, is een vroeg ecologisch bewustzijn te detecteren. En bij het zien van De vrouw met de lantaarn (1910) kruipt de kou van het besneeuwde berglandschap in je botten en leef je meteen mee met de gebogen, oude vrouw die voor dag en dauw op is om de varkens te voeren.
Het zijn geen onverdienstelijke kunstwerken, maar de grondtoon van deze tentoonstelling is er een van onvervulde belofte. Het is veelzeggend dat veel van het getoonde werk schetsen of voorstudies op papier betreft die nooit tot wasdom zijn gekomen. Je zou hieruit kunnen concluderen dat haar vrouw-zijn in de weg heeft gestaan van Von Werefkins ontwikkeling en erkenning. Maar het is waarschijnlijker dat ze – afgezien van die paar Parijse jaren – nooit meer is geweest dan een aardige middenmoter. Als aanleiding voor een tentoonstelling is dat even ‘dun’ als dat ene werk in de collectie van de Fundatie.

Marianne von Werefkin, Fabrieksstad, de weg naar huis, 1912, Fondazione Marianne Werefkin, Museo Comunale d’Arte Moderna, Ascona, FMW 0-0-29